Zoekresultaten (5)

Getallen tot 10: Memory

Getallen tot 10: Memory

In deze memory oefen je de Engelse getallen tot 10. 

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar, secundair 1e graad b-stroom, finaliteit arbeidsmarkt 2e graad, buso OV3 obs-fase, opl-fase

Leergebied: Engels (secundair), Nederlands in PAV, maatsch. vorming in PAV, ASV, Engels (lager)

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Bianca Ceulemans

Getallen tot 10: Memory

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 5 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 4 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 5 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 4 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Verfijn de resultaten