Verfijn de resultaten
Reclamevrij
Zoekresultaten (4)
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 5 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.
Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar
Leergebied: dactylo
Interactieve oefening: flashcard
Gedeeld door Ann De Naegel
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 4 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.
Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar
Leergebied: dactylo
Interactieve oefening: flashcard
Gedeeld door Ann De Naegel
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 5 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.
Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar
Leergebied: dactylo
Interactieve oefening: flashcard
Gedeeld door Ann De Naegel
Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten
Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 4 van de methode typ10.
Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?
Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.
Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar
Leergebied: dactylo
Interactieve oefening: flashcard
Gedeeld door Ann De Naegel