Zoekresultaten (90)

Het weer en vrije tijd: Woordenschat

Het weer en vrije tijd: Woordenschat

Met deze memory oefen je rond woordenschat uit de thema's vrije tijd en het weer. Je hoort het woord als je op een kaartje klikt. Zoek een kaartje met dezelfde afbeelding.

Geschikt voor: lager

Leergebied: anderstalige nieuwk. - NT2

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Seppe Horsten

Het weer en vrije tijd: Woordenschat

Wonen: Woordenschat

Wonen: Woordenschat

Met deze memory oefen je de woordenschat uit het thema wonen. Je hoort het woord als je op een kaartje klikt. Zoek een kaartje met dezelfde afbeelding.

Geschikt voor: lager

Leergebied: anderstalige nieuwk. - NT2

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Seppe Horsten

Wonen: Woordenschat

Dieren: Woordenschat

Dieren: Woordenschat

Met deze memory oefen je de woordenschat rond het thema dieren. Je hoort het woord als je op een kaartje klikt. Zoek een kaartje met dezelfde afbeelding.

Geschikt voor: lager

Leergebied: anderstalige nieuwk. - NT2

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Seppe Horsten

Dieren: Woordenschat

Beroepen: Woordenschat

Beroepen: Woordenschat

Met deze memory oefen je de woordenschat rond het thema beroepen. Je hoort het woord als je op een kaartje klikt. Zoek een kaartje met dezelfde afbeelding.

Geschikt voor: lager

Leergebied: anderstalige nieuwk. - NT2

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Seppe Horsten

Beroepen: Woordenschat

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 5 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 4 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 5 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Met deze flitskaarten oefen je de leerstof uit les 1 tot 4 van de methode typ10.

Je ziet een afbeelding van een woord. Met welke vinger typ je de beginletter van het woord? Typ je met de linker- of rechterhand? Op welke rij staat de letter?

Als je klikt op oefenen, kan je aanduiden of jouw antwoord juist of fout was. Op het einde zie je dan hoeveel oefeningen je correct had. Je kan de hele lijst opnieuw oefenen of enkel oefenen met de oefeningen die je nog fout had.

Geschikt voor: lager 4e t.e.m. 6e leerjaar

Leergebied: dactylo

Interactieve oefening: flashcard

Gedeeld door Ann De Naegel

Met welke vinger typ je de letter: Flitskaarten

Winter in het park: Leervideo

Winter in het park: Leervideo

In deze video leer je winterse activiteiten in het park beschrijven.

Je leert ook zinnen maken met de constructie aan het + infinitief.

Geschikt voor: lager, secundair 1e graad, finaliteit doorstroom, finaliteit arbeidsmarkt 2e t.e.m. 3e graad, dubbele finaliteit 2e t.e.m. 3e graad, volwassenen

Leergebied: NT2 (volwassenen), anderstalige nieuwk. - NT2, OKAN - NT2, NT2 (volwassenen), alfa NT2

Video: educatieve video

Gedeeld door Sofie Pletinck

Winter in het park: Leervideo

School: Woordenschat

School: Woordenschat

Met deze memory oefen je de woordenschat rond het thema school. Je hoort het woord als je op een kaartje klikt. Zoek een kaartje met dezelfde afbeelding.

Geschikt voor: lager

Leergebied: anderstalige nieuwk. - NT2

Interactieve oefening: memory

Gedeeld door Seppe Horsten

School: Woordenschat

Verfijn de resultaten