Lichaamsdelen: Basiswoordenschat ***
Je ziet een afbeelding van een lichaamsdeel.
Waar hoort het thuis op het lichaam?
Zet het lichaamsdeel op de juiste plaats.
Je ziet een afbeelding van een lichaamsdeel.
Waar hoort het thuis op het lichaam?
Zet het lichaamsdeel op de juiste plaats.