Klik eerst op "Let op!". Lees aandachtig "Let op!". Kies de correcte antwoorden / het correcte antwoord voor elke vraag en duid aan. Om vraag 1 tot en met vraag 6 goed te beantwoorden, moet je per vraag meerdere juiste antwoorden aanduiden. Om vraag 7 tot en met vraag 15 goed te beantwoorden, moet je per vraag 1 juist antwoord aanduiden. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je resultaat.
Elke driehoek heeft minstens 2 scherpe hoeken.
Waar.
Niet waar.
Er bestaan driehoeken met 3 scherpe hoeken.
Waar.
Niet waar.
Een driehoek met 2 stompe hoeken bestaat.
Waar.
Niet waar.
Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 gelijke zijden.
Waar.
Niet waar.
Een gelijkzijdige driehoek heeft 2 scherpe hoeken en 1 stompe hoek.
Waar.
Niet waar.
Een rechthoekige driehoek kan gelijkzijdig zijn.
Waar.
Niet waar.
Een rechthoekige driehoek kan gelijkbenig zijn.
Waar.
Niet waar.
De som van de hoeken van een driehoek is 180°.
Waar.
Niet waar.
In een driehoek ligt tegenover de langste zijde de kleinste hoek.