Fossiele zoogdieren (Chardinomys)

Invuloefening!
De in het blauw onderlijnde woorden zijn koppelingen (hyperlinks) naar gegevens in Wikipedia!

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, ALS HET WOORD BESTAAT,TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
Taxonomische indeling voor het fossiel CHARDINOMYS
Rijk:Animalia
Stam:Chordata
Klasse:Mammalia
Orde:Rodentia
Familie:Muridae
Onderfamilie:Murinae


Chardinomys is een geslacht van uit de muizen en ratten van de Oude Wereld dat gevonden is in het Vroeg-Plioceen tot Vroeg-Pleistoceen van China. Dit geslacht is nauw verwant aan . Dit geslacht is genoemd naar de paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin, mede omdat Teilhard de Chardin werd geboren honderd jaar voor Chardinomys werd beschreven.
Het geslacht Chardinomys verschilt van andere geslachten door de diagonale rij die de knobbels t4, t5 en t3 vormen op de eerste bovenkies (m1). De knobbels t0, t2 en t3 staan daarmee in een rechte hoek. De knobbels t4 en t5 zijn verbonden met elkaar. De extra knobbels aan de buitenkant van de die bij veel Murinae voorkomen zijn sterk ontwikkeld.

Er zijn vier soorten:
Chardinomys bilikeensis (Vroeg-Plioceen)
Chardinomys bilikeensis is een fossiel knaagdier uit het geslacht Chardinomys dat gevonden is in het Vroeg-Yushean (Vroeg-Plioceen) van Bilike in Binnen-Mongolië. Deze soort is bekend van en drie fragmentarische kaken. De soort is genoemd naar Bilike, de typelocatie. Het is de oudste en primitiefste soort van het geslacht. Deze soort heeft (brachydonte) kiezen. Op de eerste bovenkies (M1) zijn de knobbels t1 en t4 verlengd. Soms zit er een apart knobbeltje bij deze knobbels. De t5 en t6 zijn vaak met elkaar verbonden. Het precingulum is bijzonder duidelijk aanwezig. De knobbel c4 op de eerste onderkies (m1) is meestal duidelijk aanwezig. De M1 heeft drie of vier wortels, de m1 twee of drie. De M1 is 1,69 tot 2,36 bij 1,36 tot 1,44 mm, de M2 1,20 tot 1,40 bij 1,16 tot 1,24 mm, de M3 0,96 tot 1,10 bij 1,00 tot 1,08 mm, de m1 1,80 tot 1,92 bij 1,20 tot 1,32 mm, de m2 1,28 tot 1,44 bij 1,24 tot 1,40 mm en de m3 1,04 tot 1,12 bij 1,00 tot 1,04 mm.

Chardinomys yusheensis (Vroeg-Plioceen)
Chardinomys yusheensis is een fossiel knaagdier uit het geslacht Chardinomys dat gevonden is in het Plioceen van China. Deze soort is bekend van bovenkiezen (M1-3) uit het Laat-Plioceen van Yushe in Shanxi. Deze soort heeft hogere kronen en minder verlengde knobbels t1, t4 en t5 op de eerste bovenkies (M1) dan C. bilikeensis, de primitiefste soort van het geslacht. Bij de latere soort C. nihowanicus is de verbinding tussen de knobbels t5 en t6 op de M1 minder sterk, is de knobbel c4 op de eerste onderkies (m1) minder goed ontwikkeld en hebben de kiezen minder wortels. De M1 is 2,10 bij 1,40 tot 1,50 mm, de M2 1,25 bij 1,10 tot 1,40 mm en de M3 0,90 tot 1,00 bij 1,00 tot 1,10 mm.

Chardinomys louisi (Laat-Plioceen)
Chardinomys louisi is een fossiel knaagdier uit het geslacht Chardinomys dat gevonden is in het Laat-Plioceen van Jingle(Jingle is een plaats met een zeer kleine populatie in de provincie Shanxi), (China). Een populatie uit het Laat-Plioceen van Daodi (Hebei), die eerst werd geïdentificeerd als een nieuwe soort van Orientalomys, is waarschijnlijk dezelfde soort. Deze soort is bekend van 106 bovenkaken, 122 onderkaken, 324 losse kiezen en twee voortanden uit Jingle en en 850 losse kiezen uit Daodi.

Chardinomys nihowanicus (Vroeg-Pleistoceen)
Chardinomys nihowanicus is een fossiel knaagdier (geslacht Chardinomys) uit de Vroeg-Pleistocene Nihewan-formatie van het Nihewan-bekken in de Chinese provincie Hebei. Deze soort is bekend van vijf kiezen. C. nihowanicus onderscheidt zich van andere soorten door een aantal kenmerken. De knobbel t1 op de eerste bovenkies is klein en geïsoleerd en ligt op redelijke afstand van de iets grotere t4. De t5 en t6 zijn van elkaar gescheiden. De eerste bovenkies heeft . Op de tweede bovenkies is de verbinding tussen t1 en t4, t5 en t6 verloren gegaan. De eerste bovenkies is 1,98 bij 1,20 mm, de tweede 1,23 bij 1,20 mm en de derde 0,90 bij 0,96 mm. De eerste onderkies is niet bekend, de tweede is 1,14 bij 1,20 mm en de derde 1,17 bij 0,90 mm. Deze soort werd oorspronkelijk beschreven in het geslacht Orientalomys, maar later verplaatst naar Chardinomys.