Computer1203.gifRESULTAAT10.gifElektriciteit
hoofdstuk 2:De elektrische stroomkring
3BE-MIM

  
bron /afbeeldingen uit handboek Theorie en Lab-proefondervindelijk 1 - uitg. Wolters Plantyn


Een atoom bestaat uit 3 verschillende elementen. blz 23-4 nieuw.JPG
p , n en

Een huis is gebouw met bakstenen.
Water is opgebouw uit waterdruppels. Alle waterdruppels tesamen vormen een hoeveelheid water.blz 22-1.jpg
Elke stof is opgebouwd uit

Als je een waterdruppel verder splitst krijg je wateratomen. Bij water ontstaat een z en een w blz 22-2-invullen.JPG

Als je een molecule koper verder splitst dan krijg je vel .

Een kern van zo"n stof bestaat uit p en

elektron.JPGDit is de voorstellingen van een elektron
proton.JPGDit is de voorstellingen van een proton
neutron.JPGDit is de voorstellingen van een neutron

In de nomale situatie is het aantal elektronen aan de buitenzijde van het atoom gelijk aan het aantal prontonen in de kern.blz 22-3.jpg We zeggen dan dat het atoom in is

Bij een lichaam is het evenwicht verbroken er is geen evenwicht meer.
Een positief lichaam blz 23-2.jpg heeft elektronen en zal daardoor elektronen
Een negatief lichaam blz 23-3.jpg heeft elektronen en zal daarom elektronen

Protonen en elektronen dragen een bepaalde lading. Het zijn dus positieve of negatieve
De elektronen die van de ene kern naar de andere kern verplaatsen noemen we ladingsdragers.

Positief betekent te elektronen.
Negatief betekent dat er te elektronen aanwezig zijn.

Als het aantal elektronen even groot is als het aantal protonen in de kern dan zeggen we dat het atoom in is.

De verplaatsing van vrij ladingsdragers heet stroom.blz 26-1elektronen stroomzin-anders.JPG

waterverplaatsing.JPG
Wanneer we de elektronen vergelijken met water dan zien we een niveauverschil van water dat bij doorstroming onderaan zal vloeien van het hoogste niveau naar het laagste niveau. Dit water stroomt naar links tot het water zal blijven stilstaan.
Hieruit blijkt dat de elektronenstroomzin verloopt van naar .

blz 24-1.jpg
We vergelijken de figuur met een batterij.
Bij een batterij is dit van de -klem naar de -klem(zie figuur).
De stroom die ontstaat is dus de stroom, en die loopt van naar (tekens)


De van een bron bezitten een positieve en een negatieve lading namelijk de -pool en de -pool.
We duiden de polariteiten van een bron aan.
Het symbool van de batterij omvat 2 verticale streepjes van "duidelijke" verschillende lengte, met links en rechts nog het vertrek om de min- of plusklem te noteren.
batterijen goed en fout.JPG
Het plus teken zetten we aan de grote/kleine streep.Het min-teken zetten we aan de grote/kleine streep.
blz 24-2batterij.JPG

Duid bij de figuren aan over welke soort van stroomzin het gaat.
blz 26-1elektronen stroomin.JPGblz 26-1conv. stroomin.JPG
stroomzin stroomzin