Voorzetsels naar - aan - tegen - op
Gatenvuloefening
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren.
Ik ga morgen
Zuid-Amerika.
Ik stuur deze brief
de gemeente?
Over drie weken gaan wij
vakantie.
Geef jij die potloden even
je zusje?
Wij waren
kamp, toen Maarten plotseling
huis moest.
In de winter gaan wij nooit
een ski-oord.
Ik mag alleen
stage als ik mijn toetsen af heb.
Zeg jij
de docent dat ik morgen
de tandarts ben?
In de maand juni ben ik er niet, want dan ben ik
vakantie
de zee.
Ik ben laatst nog
mijn amandelen geopereerd, dus ik kan niet
mijn afspraak komen.
Schreeuw niet zo
mij!
Ik moet haar even aanspreken
haar gedrag van gisteren.
Zij stuurde mij
de administratie voor een formulier.
Omdat hij steeds
de tafel leunde, viel die
de grond.
Geef het even door
je klasgenoten.
Antwoord controleren
Hint
OK