Spraakkunst (oefening 2).

Gap-fill exercise

Fill in all the gaps, then press "Check" to check your answers. Use the "Hint" button to get a free letter if an answer is giving you trouble. You can also click on the "[?]" button to get a clue. Note that you will lose points if you ask for hints or clues!
Let op: wanneer je een woord in het begin van de zin moet invullen, dan moet je dat woord met een hoofdletter schrijven.

1. Het mooiste (dat/wat) ik tot nu toe gelezen heb? Ik weet het niet. Zeker geen boek van Dirk Bracke.
2. De leerkracht refereerde (naar/aan) een artikel uit De Standaard.
3. Sander en Yannick vielen door de mand (figuurlijk natuurlijk). (beide/beiden) hadden ze gespiekt, maar de leraar was (hen/hun) te snel af.
4. Pauline was gefascineerd door een aantal koeien (die/dat) in de wei (liepen/liep).
5. We moeten stellen (paal en perk/perk en paal) aan de criminaliteit op school.
6. Jonas is (van/voor) geen kleintje vervaard.
7. Jana heeft (weeral/alweer) met Jeroen gezoend.
8. Hoe je het ook (wendt of keert/draait of keert/keert of draait), Silke en Valèrie hebben altijd wel iets tegen elkaar te zeggen.