Een plutoïde is een
dwergplaneet waarvan de
baan buiten die van
Neptunus ligt. Voorheen werden deze
transneptunische dwergplaneten
ijsdwergen of plutonische objecten genoemd.
Een plutoïde is een klein hemellichaam dat buiten de baan van Neptunus, in de buitenste regionen van ons zonnestelsel, om de Zon draait. Ze zijn doorgaans groter dan de kern van een
komeet, en meer ijsachtig dan een
planetoïde. Ze hebben doorgaans een doorsnede van slechts enkele honderd kilometer en zijn waarschijnlijk overblijfselen van het ontstaan van het zonnestelsel. Ze komen in zeer grote getale voor in de
Oortwolk en de
Kuipergordel.
Alan Stern van het Southwest Research Institute gelooft dat er zich biljoenen plutoïden in een baan buiten die van Neptunus bevinden, zonder dat deze ooit geobserveerd zijn. Volgens Stern vertonen de drie buitenste planeten sporen van botsingen met plutoïden met doorsneden van 1000 tot 2000 kilometer. De verandering in de draaias van Uranus kan door een botsing met een plutoïde gekomen zijn, en Triton, de grootste maan van Neptunus, kan zelf ook door een plutoïde geraakt zijn. De benaming "plutoïde" is in 2008 vastgesteld door de Internationale Astronomische Unie. Twee jaar eerder, op het het 26e congres van de Internationale Astronomische Unie in augustus 2006, werd de term "pluton" voorgesteld, maar dit voorstel werd verworpen door het congres vanwege de mogelijke verwarring met de geologische term "plutoniet" (dieptegesteente). De term plutoïde moet niet worden verward met
plutino, waarmee alle objecten bedoeld worden die soortgelijke banen als Pluto beschrijven.
Ontdekt in 1807 door
Heinrich Olbers. Vernoemd naar Vesta, een godin uit de Romeinse mythologie.
Diameter 516 km
Massa 2,71×1020 kg
Dichtheid 3,8 g/cm³
Rotatietijd 5,342 uur
Spectraalklasse V
Albedo 42,3%
Excentriciteit 0,089
Periode 3,63 jaar
Inclinatie 7,13°
Vesta is de op twee na grootste
planetoïde in de
hoofdring en is tussen de 468 en 530 km in diameter. Haar grootte en haar ongewoon heldere oppervlak maken van Vesta de helderste planetoïde. Het is de enige planetoïde die onder gunstige omstandigheden met het blote oog zichtbaar is. Ze is ontdekt door de Duitse astronoom Heinrich Wilhelm Olbers op 29 maart 1807. Hij heeft de belangrijke wiskundige
Carl Friedrich Gauss de eer gegeven om de planetoïde te noemen naar
Vesta, de Romeinse godin van huis en haard. Na de ontdekking van Vesta in 1807 werden er gedurende 38 jaar geen nieuwe planetoïden ontdekt. De volgende was
Astraea.
In de beginjaren van het bestaan van het zonnestelsel was Vesta zo heet dat haar inwendige kon smelten. Dit heeft differentiatie van de planetoïde tot gevolg gehad. Ze heeft waarschijnlijk een lagenstructuur: een metallische ijzer-nikkelkern en een
olivijn mantel daaromheen. Het oppervlak bestaat uit
basaltische rots afkomstig van vroegere lavastromingen; blijkbaar is er ooit gedurende korte tijd vulkanische activiteit geweest. Hierdoor verschilt Vesta van alle andere planetoïden en lijkt ze meer op aardse planeten die gelijkaardige
geologische processen hebben ondergaan.
Waarschijnlijk bestonden er oorspronkelijk tientallen dergelijke grote planeetachtigen, maar al de andere zijn opgebroken in families van kleinere planetoïden gedurende het chaotische begin. Men veronderstelt dat metallische ijzer-nikkelplanetoïden uit de kernen van dergelijke hemellichamen zijn gevormd, terwijl de rotsachtiger planetoïden uit de korsten en mantels komen. Zelfs Vesta is na al die tijd niet meer intact. In 1996 heeft de Hubble Ruimtetelescoop een enorme krater op Vesta ontdekt. Deze is 430 km breed en mogelijk een miljard jaar oud.
Halve grote as 2,772 AE
Perihelium 2,135
AE Aphelium 3,410 AE
Periode 4,62 jaar
Inclinatie 34,85°
Excentriciteit 0,230
Diameter 570 × 525 × 482 km
Massa 3,18 × 1020 kg
Dichtheid 4,3 g/cm³
Rotatieperiode 7,811 uur
Spectraalklasse U
Absolute magnitude 4,021
Albedo 0,159
Pallas is de tweede planetoïde in het zonnestelsel, zowel wat betreft de grootte als de volgorde van ontdekking (op 28 maart 1802 door H. W. Olbers te Bremen). De eerst ontdekte en grootste planetoïde is
Ceres in 1801. De naam Pallas komt uit de Griekse mythologie. Ze is de dochter van Zeus en beschermgodin van de stad Athene. Er is een mannelijke Pallas in de Griekse mythologie, namelijk de god van wijsheid, maar de eerste planetoïden kregen vrouwelijke namen. De omvang van Pallas is met 570 x 525 x 482 km een fractie groter dan de derde grootste planetoïde Vesta. Pallas beweegt zich in een baan om de Zon op een afstand van ongeveer 416 miljoen km.
Hygiea is een planetoïde in de
belangrijkste planetoïdengordel van het zonnestelsel, tussen de banen van Mars en Jupiter. Hygiea is de op vier na grootste planetoïde in de planetoïdengordel. Ze heeft een diameter van gemiddeld rond de 400 km en een massa van ongeveer 2,9% van de totale planetoïdengordel. Het is de grootste planetoïde van het
C-type, een type planetoïde dat
koolstofrijk is en een donker oppervlak heeft. Hygiea draait in iets meer dan vijf en een half jaar rond de zon in een
ellipsvormige baan. Ze bevindt zich gemiddeld ongeveer 3,2 astronomische eenheden van de zon, in de buitenste delen van de planetoïdengordel. Ondanks haar grootte heeft ze vanaf de aarde gezien hooguit een magnitude van +9,1, vier
ordes van grootte lager dan de ongeveer even grote planetoïde Vesta. Hygiea is daarom pas met een redelijke amateur-telescoop te zien.
Transneptunisch object
Ontdekt op 11 november 2003 door M. Brown, D. Rabinowitz en C. Trujillo
Vernoemd naar Sedna, een godin van de Inuit
B-V-kleurindex 1,24
Diameter 1.180 tot 1.800 km
Massa 1,7 tot 6,1×1021 kg
Valversnelling 0,33 tot 0,50 m/s
2 Ontsnappingssnelheid 0,62 tot 0,95 km/s
Rotatietijd 10,27 uur
Albedo > 20%
Type Kuipergordel
Excentriciteit 0,850
Periode 11.510 jaar
Inclinatie 11,927°
Sedna is een planetoïde in ons zonnestelsel. Vooraleer het transneptunisch object z'n naam kreeg, had het als voorlopige benaming 2003 VB12 gekregen. De planetoïde Sedna is genoemd naar de godin Sedna. De naam Sedna werd op 28 september 2004 officieel erkend door het Minor Planet Center van de IAU en verving hiermee de voorlopige naam 2003 VB12. Sinds 24 augustus 2006 wordt Pluto echter door de IAU gezien als dwergplaneet en heeft Sedna de status gekregen van kandidaat-dwergplaneet. Zolang echter nog niet onomstotelijk vaststaat dat Sedna rond is van vorm (hydrostatisch evenwicht), in tegenstelling tot planetoïden die onregelmatig van vorm kunnen zijn, wordt Sedna nog meestal aangeduid als planetoïde.
Sedna was bij haar ontdekking het verst gelegen lid van het zonnestelsel; zelfs haar perihelium is met 76 AE 60% verder gelegen dan enig ander gekend object. Op dit ogenblik bevindt Sedna zich op 90 AE van de Zon, het aphelium is op ongeveer 943 AE; de omlooptijd moet zo'n 11.500 jaar zijn. Op die afstand moet Sedna wel erg koud zijn; daarom werd ze genoemd naar de zeegodin Sedna van de
Inuit, die in de koude diepten van de
Poolzee zou leven. De afstand tot Sedna bekeken vanaf de Aarde is 3 maal verder dan de afstand tot Pluto. Deze afstand kwam voor astronomen als een complete verrassing, men vermoedde hier geen objecten.
De ontdekkers vermoeden dat Sedna een object is in de binnenste
Oortwolk, maar dat zou betekenen dat deze wolk veel dichterbij begint dan tot nog toe gedacht. Als dusdanig zou Sedna het eerste object zijn dat daarin wordt waargenomen. Het is echter ook mogelijk dat Sedna oorspronkelijk van buiten het zonnestelsel afkomstig is. De diameter van Sedna wordt geschat op tussen 840 en 1800 km, dat is 1/3 tot 2/3 die van Pluto. Metingen geven aan dat Sedna in ongeveer 10 uur om haar as draait.
Baantype Kuipergordel
Halve grote as 39.466 AE
Periheliumafstand 30.861
AE Apheliumafstand 48.071 AE
Gemiddelde baansnelheid 4,38 km/s
Periode 248 jaar
Glooiingshoek 20.559°
Excentriciteit 0.218
Diameter 840-1880 km
Massa 6.2-70×1020 kg
Zwaartekracht aan de oppervlakte 0,235-0,525 m/s
2 Temperatuur aan de oppervlakte ~45 Kelvin
Dichtheid 2.0 g/cm³ (?)
Rotatieperiode onbekend
Absolute magnitude 2.3
Albedo 0.09
Orcus is de naam van de planetoïde die in februari 2004 ontdekt werd in de Kuipergordel, op zo'n 13 miljard km (45 AE) van de Aarde. Net zoals Eris, Sedna en Quaoar kwamen deze objecten tot 24 augustus 2006 (zoals Pluto) volgens sommigen in aanmerking voor de status van planeet. De definitie van planeet werd op deze datum echter aangescherpt en de planetoïde is nu officieel geen planeet meer. De helderheid wordt geschat op 18,5 magnitude.
De vondst werd pas op 15 maart bekend gemaakt door de NASA, na bevestiging door de Hubble ruimtetelescoop. Met een geschatte diameter van 1600 km kan Orcus bijna even groot zijn als Pluto.
Baantype Kuipergordel
Halve grote as 43.4 AE
Periheliumafstand 41.9 AE
Apheliumafstand 44.9 AE
Gemiddelde baansnelheid 4,52 km/s
Periode 286 jaar
Glooiingshoek 7,983°
Excentriciteit 0.034
Diameter 1250 km
Massa 1.0-2.6×1021 kg
Zwaartekracht aan de oppervlakte 0,276-0,376 m/s
2 Temperatuur aan de oppervlakte ~43 Kelvin
Dichtheid 2.0 g/cm³ (?)
Rotatieperiode onbekend
Absolute magnitude 2.5
Albedo 0.1
Quaoar (kwa-whar uitgesproken) is een dwergplaneet in de Kuipergordel op 6,5 miljard km van de Zon. Quaoar is ongeveer half zo groot als Pluto en was het grootste nieuwe object dat in ons zonnestelsel is ontdekt tussen Pluto in 1930 en Sedna in november 2003. Quaoars baan om de Zon is veel minder excentrisch dan de baan van Pluto en helt ook minder (Quaoar 8°, Pluto 17°). De diameter is ongeveer 1250 km. Met de diameter bekend kon het albedo (terugkaatsingsvermogen van licht) berekend worden: 12% van het opvallende licht wordt weerkaatst. Dit is een hoge waarde, als de andere ijsdwergen ook zoveel licht terugkaatsen zijn hun afmetingen waarschijnlijk overschat. Nadat Quaoar gevonden was werd onderzocht of Quaoar niet voorkwam op oude sterrenfoto's. Men vond Quaoar op foto's van 5 augustus 2001, 14 juni 2001, 1 augustus 1997 en 17 mei 1983. Hierdoor kon de bijna cirkelvormige baan van Quaoar nauwkeurig berekend worden. De ontdekkers Brown en Trujillo hebben de naam ontleend uit de taal van de
Tongvastam die in de omgeving van het huidige Los Angeles aangetroffen werd. Het is de naam van de scheppingsgod van de Tongva-indianen die in het gebied leefden waar zich nu de Palomarsterrenwacht bevindt. Volgens een legende van de Tongva daalde Quaoar neer uit de hemel, zorgde voor orde in de chaos, bouwde de wereld op de ruggen van zeven reuzen, schiep de lagere diersoorten en tenslotte ook de mens.
Varuna is een Kuipergordelobject met een geschatte grootte tussen de 900 en 1200 kilometer. De planetoïde werd op 28 november 2000 ontdekt door Robert S. McMillan. Varuna, is een
hindoegod. Over Varuna is weinig met zekerheid bekend. De rotatietijd bedraagt 3,17 uur of het dubbele, 6,34 uur. Met een dichtheid van ongeveer 1 g/cm
3, vergelijkbaar met water, is het waarschijnlijk dat het een enigszins poreus object betreft. De planetoïde beschrijft een baan rond de Zon ruim buiten die van Neptunus en wordt daarmee geclassificeerd als een
Transneptunisch object (TNO), ook wel een pluton genoemd. Varuna behoort tot de zogenaamde klassieke Kuipergordelobjecten, welke een relatief 'ronde' baan beschrijven om de Zon. Hoewel er reeds onderzoek is gedaan naar de mogelijke vorm van Varuna, is nog niet bekend of dit object voldoet aan de criteria om als dwergplaneet te worden geclassificeerd.
Ixion is een Kuipergordel-object met een geschatte grootte tussen 1000 en 1300 kilometer. De planetoïde werd op 22 mei 2001 ontdekt. De gemiddelde afstand tot de zon bedraagt 39,5 AE en hij draait in 248 jaar rond de Zon. Over Ixion is vrij weinig bekend. Spectroscopisch onderzoek wijst op een oppervlak dat bestaat uit een mengsel van
koolwaterstoffen. Ixion is genoemd naar
Ixion uit de Griekse mythologie.
2002 TX300 is geclassificeerd als een klassiek Kuipergordelobject en volgt een baan die erg lijkt op die van Haumea: een vrij grote inclinatie (26°) en licht excentrisch (~0.12), ver van verstoringen door het zwaartekrachtsveld van Neptunus (perihelium op ~37 AU). Andere middelgrote
cubewanos volgen vergelijkbare banen, zoals 2002 UX25 en 2002 AW197.
De Plutino 2002 AW197 werd ontdekt door Trujillo en Brown op 10 januari 2002. Zijn diameter is ongeveer 900 km. Daarmee is hij net iets kleiner dan de dwergplaneet Ceres. De magnitude van 2002 AW197 is 20,2 en zijn baan is op meer dan 47 AE van de Zon, 17 AE verder dan Pluto.
gemiddelde afstand tot de Zon: 10.054.500.000 km
diameter 1200 km
duur omloop 552,5 jaar
baanexcentriciteit 0,50
2007 OR10 is een van de grootste nu bekende Trans-Neptunian Object, ofwel een object in een baan voorbij die van Neptunus. Op twee na verste ijsdwerg, een van de grootste kandidaat-dwergplaneten, en toch nog geen naam! Het is ook een van de allerverste objecten die wij kennen in het zonnestelsel, na Eris en Sedna. Dat Brown en zijn mensen het object konden ontdekken komt door de grote helderheid. Die grote helderheid leverde hem de bijnaam ‘Sneeuwwitje’ op, maar een officiële naam heeft hij nog niet. Daarvoor is er te weinig bekend over deze verre ijsdwerg. 2007 OR10 heeft een baan die lijkt op die van Eris, en is dus ook een ’Scattered Disc Object’, een object dat door de zwaartekracht van Neptunus in zijn huidige baan is geslingerd. Zijn baan is dus ook erg excentrisch en is sterk geheld (31°) ten opzicht van de aardbaan.
Voor extra uitleg over planetoïden, zie lijst planetoïden.