De planeet Uranus en zijn manen

Uranus
Uranus is de op twee na grootste en vanaf de Zon gezien de zevende planeet van ons zonnestelsel. Deze ijsreus is vernoemd naar de god Uranus, de personificatie van de hemel, uit de Griekse mythologie. Met het blote oog is Uranus niet te zien, alleen als hij in oppositie staat, onder gunstige omstandigheden en als bekend is waar gezocht moet worden komt de helderheid in de buurt van de grens van wat nog met het blote oog gezien kan worden. Met een gewone verrekijker is Uranus wel te zien als een zwak "sterretje", maar zelfs met een grote telescoop blijft Uranus niet meer dan een groenachtig schijfje. Uranus was in de oudheid niet bekend. Het is de eerste planeet die sedert de uitvinding in de 16e eeuw van de telescoop is ontdekt.

Ontdekking van Uranus
In 1690 is deze planeet voor het eerst waargenomen door John Flamsteed. Deze Engelse astronoom veronderstelde dat het om een ster in het sterrenbeeld Stier (Taurus) ging en noemde zijn ontdekking "34 Tauri". Rond 1769 werd Uranus in totaal 12 keer waargenomen door Pierre Lemonnier, maar ook deze astronoom meende een ster te zien. De officiële ontdekking staat op naam van William Herschel die op 13 maart 1781 het object als planeet kwalificeerde. Hij gaf de planeet de naam "Georgium Sidus", naar de Engelse koning George III. Een andere naam die in die tijd gehanteerd werd was "Herschel". Pas in 1850 werd de eerder al door Johann Bode voorgestelde naam Uranus officieel in gebruik genomen. Met de Hubble-telescoop vond men in 2005 een tweede stel ringen. De ringen van Uranus zijn donker en dun en ze bestaan uit donkere rotsachtige stof. Een deel is gevormd door een inslag van een meteoor.

Baan en rotatie
Uranus bevindt zich op een afstand van ruwweg 20 AE van de Zon, in een baan die wordt doorlopen in een periode van ongeveer 84 jaar. Pierre-Simon Laplace berekende als eerste de baanelementen van Uranus, en presenteerde de resultaten in 1783. Latere afwijkingen van deze voorspellingen werden geïnterpreteerd als een aanwijzing dat er mogelijk nog een onontdekte planeet was, waarvan de zwaartekracht deze afwijkingen dan zou veroorzaken. Inderdaad werd in 1846 een achtste planeet, Neptunus, ontdekt, nabij de plaats die was berekend aan de hand van de baanafwijkingen van Uranus. Uranus draait in 17 uur en 14 minuten om zijn as. Echter, vanwege de zeer krachtige winden in de bovenste lagen de atmosfeer van Uranus, kan dat deel van de atmosfeer een rotatie voltooien in ongeveer 14 uur.

Gekantelde as
Een van de opvallendste eigenschappen van Uranus is de equator, die een hoek van 98° heeft met het vlak van de ecliptica waarin de planeet rond de Zon draait. Dit wordt de obliquiteit van de planeet genoemd. (De Aarde heeft een obliquiteit van slechts 23,45°.) Een mogelijke verklaring daarvoor is dat ooit een enorme botsing met een ander groot hemellichaam is voorgekomen. Dat zou tevens een verklaring kunnen zijn voor het grote aantal manen rond deze planeet. Dit heeft grote invloed op de seizoenen: op alle breedtegraden is er een zeer groot verschil tussen winter- en zomerdaglengten. Een andere verklaring voor de afwijkende obliquiteit van de planeet Uranus is dat deze het gevolg is van de gravitale krachten die zijn gigantische buren (Jupiter, Saturnus en Neptunus) en Uranus zelf op elkaar uitoefenen.

Samenstelling
Samen met Neptunus vertoont Uranus grote overeenkomsten met de kern van de gasreuzen Jupiter en Saturnus. Het grote verschil met deze planeten is de afwezigheid van een omringende mantel van metallisch waterstof. De kern bestaat vermoedelijk uit nikkelijzer en silicaten met daaromheen een mantel van water, methaan, ammoniak en waarschijnlijk nog enkele losse elementen. Aan de buitenkant bevindt zich een laag van vloeibaar waterstof, helium en methaan, welke stoffen naar het oppervlak toe steeds meer gasvormig worden. Ondanks de afwezigheid van metalisch waterstof rondom de kern, heeft Uranus wel een magnetisch veld. Het magnetisch veld van Uranus wordt gevormd door de aanwezigheid van hoog geleidende deeltjes diep in de vloeibare mantel van de planeet.

Samenstelling atmosfeer
Waterstof (H)82,5%
Helium (He)15,2%
Methaan (CH4)2,3%
Waterstofdeuteride (HD)148 ppm
Ammoniak (NH3)sporen
water (H2O) sporen


De voor Uranus karakteristieke cyaan tot blauwe kleur wordt veroorzaakt door de atmosfeer die relatief veel methaan (2,3%) bevat. Dat absorbeert rode en oranje golflengtes uit het zonlicht maar het weerkaatst blauw en groen. Wolken worden vrijwel niet in de atmosfeer waargenomen. Alleen op in de zon gelegen delen rondom de evenaar komen wolkenformaties wel eens voor. In de hogere lagen van de atmosfeer komen stormen voor waarbij de windsnelheid op kan lopen tot 720 km/u. De atmosfeer van Uranus lijkt veel op die van de andere gasreuzen, vooral die van Neptunus.

Klimaat
Het klimaat van Uranus wordt sterk beïnvloed door zijn gebrek aan warmte en door zijn gekantelde as, waardoor de seizoenen veel sterker variëren dan bijvoorbeeld op de Aarde. Wat Uranus echt bijzonder maakt, en anders dan alle andere planeten in ons zonnestelsel, is de kanteling waarmee ze in een baan rond de zon draait. Uranus is de enige planeet die bijna horizontaal om zijn as draait, rollend als een bal, in plaats van verticaal of licht gekanteld zoals de aarde en andere planeten. Deze rotatie, die mogelijk het gevolg is van een botsing met een ander object in de ruimte, zorgt voor bijzondere seizoenen op Uranus. Tijdens een kwart van een jaar op Uranus schijnt de zon direct op een van de polen. De andere pool is in die periode in complete duisternis gehuld. Zo’n donkere winter op Uranus duurt ook nog eens veel langer dan op aarde. De planeet draait in 84 aardse jaren rond de zon, waardoor een seizoen op de planeet 21 jaar duurt.
Een dag op Uranus duurt dan weer wat korter: in zo’n zestien uur draait de planeet om haar eigen as. Ook daarin is Uranus een buitenbeetje in ons zonnestelsel. De aarde draait van west naar oost, maar Uranus gaat de andere kant op. Venus is de enige andere planeet die in tegenovergestelde richting roteert.
De druk en temperaturen op en de samenstelling van Uranus zijn volgens de ruimtevaartorganisatie te extreem. Zo is de gemiddelde temperatuur op Uranus -195 graden Celsius. Uranus staat zo ver bij de zon vandaan dat zonlicht er twee uur en veertig minuten over doet om de planeet te bereiken. Ter vergelijking: zonlicht bereikt de aarde al in acht minuten. Op Uranus komen windsnelheden voor van 100 meter per seconde en deze winden draaien in tegengestelde richting ten opzichte van de draairichting van de planeet. In de gebieden op de planeet die zich verder van de evenaar bevinden waait de wind dan terug in een andere richting en kunnen deze snelheden bereiken tot 160 meter per seconde. Toen de Voyager 2 Uranus een bezoek bracht in 1986 was de zuidpool van deze planeet naar de zon gericht en mat de ruimtesonde temperaturen tot -215°C maar opnieuw bleek iets vreemds aan de hand te zijn met deze planeet want deze temperatuur kwam vrijwel over de gehele planeet voor.

Magnetisch veld
Ten opzicht van de rotatieas vertoont het magnetisch veld een hoek van ongeveer 60°. Dit magnetisch veld wordt vermoedelijk veroorzaakt door bewegende massa's diep onder het oppervlak. De magnetosfeer van de verre planeet Uranus gaat dagelijks open en dicht. De magnetosfeer is het gebied waarin het gedrag van elektrisch geladen deeltjes bepaald wordt door het magnetisch veld van de planeet. Als de magnetosfeer 'open' staat, zijn de veldlijnen van Uranus gekoppeld aan die van de zon, en kunnen de geladen deeltjes in de zonnewind probleemloos de dampkring van de planeet bereiken. Is de magnetosfeer gesloten, dan werkt hij juist als een schild, en wordt de zonnewind afgebogen.
De magnetosfeer van de aarde werkt vrijwel altijd als een schild, en opent zich alleen onder invloed van krachtige zonsuitbarstingen. Onderzoekers van het Georgia Institute of Technology hebben nu metingen van de Amerikaanse planeet verkenner Voyager 2 (die in 1986 langs Uranus vloog) vergeleken met computermodellen, en komen tot de conclusie dat de magnetosfeer van de planeet zich elk Uranusetmaal (17,25 uur) opent en weer sluit.

De oorzaak van dit 'lichtschakelaar-effect' is gelegen in de gekantelde stand van de draaiingsas van Uranus (de planeet ligt vrijwel op zijn zij) en de sterke helling van de magnetische as ten opzichte van die draaiingsas (ongeveer 60 graden). In een artikel in Geophysical Research Letters concluderen de onderzoekers dat zich in de atmosfeer van Uranus regelmatig poollicht zal voordoen, veroorzaakt door interactie van zonnewinddeeltjes met gasatomen in de dampkring, maar vanwege de grote afstand tot de planeet is dat vanaf de aarde moeilijk waarneembaar. (GS)

Manen en ringen rondom Uranus
Uranus heeft 27 natuurlijke satellieten.De ringen van Uranus werden in maart van 1977 ontdekt. In eerste instantie werden negen ringen gedetecteerd die bestaan uit donkerkleurige brokken met een grootte van maximaal 10 m. De afstanden van deze ringen tot de planeet liggen tussen de 41.800 en 51.100 km. Tijdens de Voyager 2 missie (1986) werden in hetzelfde gebied nog twee zwakke ringen gevonden, alsmede een aantal onvolledige ringen. Op foto's die in 2003-2005 met de Hubble-ruimtetelescoop zijn gemaakt, werden opnieuw twee ringen ontdekt, op onverwacht grote afstanden van Uranus: 67.000 en 98.000 km.
De vorm van de ringen is elliptisch, vermoedelijk onder invloed van de aantrekkingskracht van naburige rondcirkelende manen. De ringen bestaan waarschijnlijk uit materiaal dat afkomstig is van de maantjes. Zo delen het maantje Mab en de μ ring dezelfde baan: inslagen van meteorieten op het maantje zorgen voor een voortdurende aanvoer van ijs en gruis waarmee de ring in stand kan blijven. De acht maantjes die tussen 62.000 en 76.000 km van Uranus staan, komen zo dicht bij elkaar in de buurt dat er binnen een paar miljoen jaar botsingen te verwachten zijn die weer zullen leiden tot nieuwe ringen. Zie

De vijf belangrijkste manen zijn:

1. Oberon, ontdekt in 1787 door William Herschel
2. Titania, ontdekt in 1787 door William Herschel
3. Ariel, ontdekt in 1851 door William Lassell
4. Umbriel, ontdekt in 1851 door William Lassell
5. Miranda, ontdekt in 1948 door Gerard Kuiper

Voor de andere manen. Klik hier.


Verkenning
Tot op heden heeft slechts één ruimtesonde de planeet benaderd; de in 1977 gelanceerde Voyager 2 passeerde de planeet op 24 januari 1986 op een afstand van circa 9,1 miljoen km. Tijdens deze missie heeft de sonde foto's van de planeet en de ringen naar de Aarde gestuurd en is vervolgens doorgereisd naar Neptunus. Hij ontdekte 2 nieuwe ringen van Uranus en een aantal onvolledige ringen. Ook enkele nieuwe manen werden ontdekt, zoals Cordelia en Ophelia. Momenteel staan geen nieuwe missies naar Uranus gepland. Ook de Hubble Space Telescope heeft belangrijke ontdekkingen over Uranus gedaan, waaronder ook twee ringen.


Extra uitleg over Uranus
klik hier, klik hier, klik hier.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
Vul de gaten in. Druk dan op de toets "Controleer" om je antwoorden te controleren. Gebruik wanneer aanwezig, de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer je het lastig vindt om een antwoord te geven. Je kan ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN IN HET GEOPENDE VENSTER, ALS HET WOORD BESTAAT,TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
   1,27 gram      100 m/s      13      14,5 keer zwaarder      16 keer de oppervlakte      17 uur      1977      2,57 miljard km      20 km diep      -215°C      27      3,15 miljard km      4 keer      63 keer      84 aardse jaren      90 graden      afplatting      aphelium      blauw-groene      bodem      buitenste      energie      enorm      evenaar      gesteenten      grootste      helft      hemel      Hubble Ruimte Telescoop      ijs      ingekapseld      korter      kraters      methaan      paar kilometer      perihelium      relatief donker      rode golflengten      rotsachtige kern      Shakespeare      te koud      tektonische      troposfeer      vast oppervlak      Voyager-2      vulkanisme      water-ammoniak oceaan      waterstof en helium      William Herschel   
HET AANTAL MANEN VAN URANUS
De astronomen denken dat Uranus manen heeft. De grootste manen van Uranus zijn Oberon en Titania, ontdekt door William Herschel, in 1787. Hij was ook de eerste die Uranus ontdekte. De volgende manen, Ariel en Umbriel werden ontdekt door William Lassell. Vervolgens duurde het bijna een eeuw voordat de laatste grote maan, Miranda, werd ontdekt door Gerard Kuiper in 1948. Het ruimtevaartuig Voyager dat in 1986 voorbij Uranus vloog ontdekte nog eens 10 manen, en bracht het totaal op 15. Nadat astronomen hier op Aarde gebruik maakte van steeds grotere instrumenten, zoals de en de Keck II- telescoop in Hawaii zag men nog extra manen en zelfs ringen.

DE ATMOSFEER VAN URANUS
Gezien vanuit de ruimte, ziet Uranus er saai uit, gehuld in blauwe wolken. Die blauw-groene kleur van de planeet komt door het feit dat de atmosfeer van Uranus de van het zichtbare spectrum absorbeert en voorkomt dat die terugkaatst in de ruimte. Alles wat men kan zien zijn de blauw-groene fotonen die tot uiting komen in de ruimte. De atmosfeer van Uranus bestaat voornamelijk uit moleculair waterstof en helium. De derde meest voorkomende stof in de vorm van moleculen is ( CH4). Het is het methaan in de atmosfeer van Uranus dat het rode spectrum van het zichtbaar licht absorbeert en de blauw-groene kleur geeft. Uranus (en Neptunus) hebben verschillende sferen zoals bij Jupiter en Saturnus. Hoewel hun atmosferen voornamelijk uit waterstof en helium bestaan, hebben zij een hoger percentage van water, ammoniak en methaan. Dit is de reden waarom astronomen Uranus en Neptunus " ijsreuzen "noemen. Astronomen geloven dat de atmosfeer van Uranus kan onderverdeeld worden in drie lagen: de (-500 km tot 50 km) , de stratosfeer (50 tot 4000 km) en de thermosfeer/corona uitbreiding van 4.000 km tot 50.000 km boven het oppervlak.

DE KLEUR VAN URANUS
De kleur van Uranus is afkomstig uit de atmosfeer. Net als Jupiter en Saturnus, bestaat Uranus voornamelijk uit , met sporen van andere elementen en moleculen. De derde meest voorkomende molecuul in de atmosfeer van Uranus is methaan. Deze stof zorgt voor de blauw-groene kleur van Uranus. Het wit licht uit de Zon bevat in feite alle kleuren van het spectrum, van rood en geel naar blauw en groen. Zonlicht bereikt Uranus en wordt geabsorbeerd door de atmosfeer. Een deel van het licht wordt weerkaatst door de wolken en kaatst terug naar de ruimte. Het methaan in de wolken van Uranus absorbeert vooral de kleuren aan de rode kant van het spectrum, voornamelijk de kant van het spectrum.

DE MIDDELLIJN VAN URANUS
De diameter van Uranus is 51.118 km. Even ter vergelijking, die is ongeveer groter dan de diameter van de Aarde (12.742 km). Uranus draait om zijn as, in iets meer dan . Het snel ronddraaien van Uranus veroorzaakt een aan de polen. De diameter van pool tot pool is iets minder dan de diameter aan de evenaar. De diameter van Uranus van pool tot pool is 49.946 km. Dat wil zeggen dat de polaire diameter 1.172 km minder is dan de equatoriale diameter.

SAMENSTELLING VAN URANUS
Terwijl Jupiter en Saturnus meestal zijn samengesteld uit waterstof en helium, heeft Uranus een ander samenstelling. Uranus is samengesteld uit verschillende soorten ijs van water, ammoniak en methaan. De massa van Uranus is ongeveer 14,5 keer de massa van de Aarde. Astronomen schatten dat de massa ligt tussen 9,3 en 13,5 van de aardse massa. Waterstof en helium zijn goed voor ongeveer 0,5 tot 1,5 aardmassa's. De rest van het materiaal in Uranus is waarschijnlijk rotsachtig materiaal. Uranus heeft vermoedelijk drie lagen in de rotsmassa: een in het midden, daarrond een ijzige mantel en een buitenste omhulse bestaande uit gassen van waterstof en helium. De kern van Uranus is erg klein, met slechts de van de massa van de Aarde. Het grootste deel van de mantel bestaat uit ijs. Deze mantel is niet precies het ijs zoals men dat kent op Aarde, maar het is eigenlijk een hete, dichte vloeistof bestaande uit water, ammoniak en andere stoffen. Astronomen verwijzen soms naar de mantel als een .

DAG EN NACHT OP URANUS
Een dag op Uranus is 17 uur, 14 minuten en 24 seconden. Met andere woorden, een dag op Uranus is dan een dag op Aarde. Een van de meest bizarre dingen over Uranus is het feit dat zijn as is gekanteld tot bijna . Uranus lijkt rond te rollen, terwijl de andere planeten bewegen zoals een tol. Naarmate het jaar vordert is het ene halfrond in het licht en het andere in de duisternis en dat voor een heel seizoen. Dit betekent dat een dag op Uranus gelijk is aan een heel seizoen op Uranus. Een dag op Uranus is net zo lang als de zomer op Uranus en de nacht is zo lang als de winter op Uranus.

DE DICHTHEID VAN URANUS
De dichtheid van Uranus bedraagt / cm3. Uranus heeft eigenlijk de tweede minste dichtheid in het zonnestelsel na Saturnus. De dichtheid van Saturnus is 0,687 g / cm3. De Aarde heeft de grootste dichtheid, 5,51 g / cm3. De dichtheid bereken gaat als volgt: deel de massa van Uranus (8,68 x 1025 kg) door het volume (6,83 x 1013 km3.

DE AFSTAND VAN URANUS TOT DE AARDE
De afstand tussen de Aarde en Uranus kan veranderen, afhankelijk van hun posities in het zonnestelsel. Het dichtste dat Uranus bij de Aarde komt is . Als Uranus op zijn dichtste punt tot de Aarde is gekomen, liggen Zon, Aarde en Uranus op een lijn. Als de Aarde en Uranus zich aan weerszijden van de zon bevinden zijn ze op hun meest afgelegen punt ten opzichte van elkaar. Wanneer dit gebeurt is de afstand van Uranus tot de Aarde .

DE AFSTAND VAN URANUS TOT DE ZON
De gemiddelde afstand van Uranus tot de Zon is 2,88 miljard km. Uranus draait zoals alle planeten in het zonnestelsel volgens een elliptische baan rond de Zon. Dit betekent dat Uranus soms dichterbij of verder van de Zon is. Als Uranus op zijn dichtste punt van de Zon is, spreekt men over het . Het perihelium van Uranus is 2,75 miljard km, of 18,4 astronomische eenheden (1 AE is de afstand van de Aarde tot de Zon ). Als Uranus op het verste punt van de Zon is, spreekt men over het . Het aphelium voor Uranus is 3.00 miljard km, of 20,1 astronomische eenheden. Een jaar op Uranus is 84,3 aardse jaren.

ENKELE CIJFERGEGEVENS OVER URANUS
De diameter van Uranus is 51.118 km. Ter vergelijking, die is ongeveer 4 keer groter dan de diameter van de Aarde. Het totale volume van Uranus is 6,833 × 1013 km3. De Aarde past meer dan in Uranus. De massa van Uranus is 8,68 × 1025 kg. Dit is ongeveer dan de Aarde. De oppervlakte van Uranus is 8,1 × 109 km2. Dit is bijna van de Aarde.

DE STAND VAN DE AS VAN URANUS
De as van Uranus is volledig gekanteld, en staat bijna evenwijdig met haar baanvlak: ze maakt een hoek van 97,9° met de as van het zonnestelsel. Het is niet helemaal duidelijk welke van de twee polen van Uranus eigenlijk de noordpool is: het zou evengoed kunnen dat Uranus 82,1° gekanteld is en in de tegengestelde richting roteert. De askanteling heeft zeer vreemde gevolgen voor de seizoenen. Een jaar op Uranus duurt . Aan het begin van het jaar staat de noordpool pal naar de zon gericht. 21 Jaar later staat de planeet met zijn naar de zon gericht. Nog eens 21 jaar later staat de zuidpool recht naar de zon. De manen van de planeet volgen dezelfde baan: vanop de Aarde gezien draaien ze langs boven en onder rond de planeet. Deze askanteling werd mogelijk veroorzaakt door een inslag in de jeugdjaren van de planeet. De planetesimaal die zich in de planeet boorde moet ongeveer zo groot als de aarde geweest zijn. Bij de klap werd de kern van Uranus uiteengeslagen, zodat de planeet een groot deel van haar verloor. Daardoor is Uranus nu ook zo koel in vergelijking met de andere gasreuzen: ze straalt alleen de energie uit die ze van de zon ontvangt. Aangezien Uranus in 84 jaar rond de zon draait, zijn er sinds zijn ontdekking in 1787 door William Herschel dus slechts 3 Uranusjaren voorbij gegaan. Uranus roteert om zijn as in 17 uur en 14 minuten.

DE NAAMGEVING VAN URANUS
Uranus is vernoemd naar de oude Griekse god van de . De meeste van de andere planeten kregen hun naam duizenden jaren geleden. Uranus werd slechts een paar honderd jaar geleden ontdekt door op 13 maart 1781. Herschel wilde oorspronkelijk Uranus de naam naar zijn beschermheer, koning George III geven. Hij wilde Georgium Sidus (George's Star) of Georgische Planet als naam. De internationale astronomie gemeenschap bleef bij de naamgeving van de oude Griekse en Romeinse goden. En zo werd Uranus genoemd naar de vader van Saturnus.

HET KLIMAAT OP URANUS
Op de evenaar van Uranus waaien winden met een snelheid van , tegengesteld aan de draairichting van de planeet. In de gebieden verder weg van de evenaar waait de wind in de andere richting, met een snelheid tussen de 40 en 160 m/s. Uranus had bij het bezoek van Voyager 2 haar zuidpool naar de zon gericht, en de sonde mat een temperatuur van . Vreemd genoeg bleek die temperatuur ongeveer over heel Uranus min of meer gelijk. Enkel in een smalle strook tussen 15° en 40° zuiderbreedte bleek de temperatuur 3°C lager te liggen dan het gemiddelde.

LEVEN OP URANUS?
Hoe meer men leert over het leven op Aarde, hoe meer men beseft dat het in sommige van de meest onherbergzame plekken op een planeet leven mogelijk is. Dit leven kan zijn in ijs of in kokend water, zelfs in plaatsen met een hoge straling. Zou er leven op Uranus zijn? Misschien, maar waarschijnlijk niet. Er zijn een paar problemen. Het eerste is het feit dat Uranus geen heeft. Het is meestal samengesteld uit ijs van methaan, water en ammoniak. Het is ook gehuld in een atmosfeer van waterstof en helium. Het tweede feit is dat het op Uranus veel is. De wolkentoppen hebben een temperatuur van -224° C, naar de kern toe oplopend tot een temperatuur van 4727°C. De druk in de kern van Uranus is , mogelijk leven wordt hier verpletterd. Het andere probleem is dat het leven op Aarde zonlicht vereist om energie te leveren. Er is op Uranus geen , dat eventueel de energie voor leven zou kunnen geven.

DE RINGEN ROND URANUS
De ringen van Uranus werden voor het eerst ontdekt in door het astronomische team van James L., Elliot, Edward W., Dunham en Douglas J. Mink. Astronomen weten nu dat Uranus verschillende ringen heeft. Ze beginnen op ongeveer een afstand van 38.000 km van het centrum van Uranus om vervolgens uit te breiden tot ongeveer 98.000 km. In tegenstelling tot de ringen van Saturnus, die zeer helder zijn en uit waterijs bestaan, zijn de ringen van Uranus . De ringen van Uranus lijken te zijn samengesteld uit grotere brokken stof met afmetingen van 0,2 tot 20 m. Elke ring is slechts een dik. De ringen van Uranus zijn erg jong, niet meer dan 600 miljoen jaar oud. De ringen ontstonden waarschijnlijk uit een maan die verbrijzeld werd door de zwaartekracht van Uranus. De brokken botsten met elkaar en werden zo kleiner.

MANEN VAN URANUS
Uranus heeft net als Jupiter en Saturnus een uitgebreid stelsel van maantjes. Er zijn er in totaal bekend. Van de meesten is weinig meer dan hun baan bekend. Enkel de 5 grootsten zijn vrij interessante objecten. In tegenstelling tot andere manen, die genoemd zijn naar Griekse en Romeinse mythologische figuren, zijn de manen van Uranus genoemd naar figuren uit toneelstukken van en Pope.

Miranda
Afstand tot Uranus: 130 000 km
Diameter: 472 km
Omlooptijd: ± 1 dag en 10 uur

Dit is de kleinste van de 5 grote manen. Ze werd pas in 1948 ontdekt door Gerard Kuiper. Er is vrij veel over bekend omdat de op korte afstand is gepasseerd. Men had de zwaartekrachtswerking van de maan nodig om deze sonde naar Neptunus te sturen. Wetenschappers hadden liever de andere grote manen van dichtbij gezien, omdat men dacht daar meer te vinden. Miranda bleek echter onverwacht interessant te zijn. De maan wordt bijvoorbeeld doorsneden door kloven tot . De rest van het oppervlak ziet er uit alsof het een verkeerd gemaakt puzzel is. Men denkt dat dit het gevolg is van het uiteenvallen van de maan en het terug samenkomen van de brokstukken. Dit zou zelfs vijf keer gebeurd kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is activiteit. Het oppervlak wordt dan voortdurend overspoeld met vers materiaal uit het inwendige van de maan. Om dit mogelijk te maken moet Miranda van binnen uit verwarmd worden door getijdenkrachten. Het inwendige bestaat voor de helft uit ijs, voor de helft uit gesteente.

Ariel
Afstand tot Uranus: 190 900 km
Diameter: 1158 km
Omlooptijd: ± 2 dagen en 12 uur

Ariel is dubbel zo groot als Miranda. Ze werd ontdekt door W. Lassell op 24 oktober 1851, gelijktijdig met Umbriel. Ze werd genoemd naar een personage uit The Rape of the Lock van Alexander Pope. Het oppervlak is bezaaid met , maar het meest opvallend zijn de grote kloven die zich over het ganse oppervlak uitstrekken en onderling verbonden zijn. De bodems van deze kloven lijken afgevlakt te zijn door een vloeistof. Dit kan geen water zijn, wat bij een temperatuur van minder dan -200°C stijf bevroren is. Mogelijk gaat het dan ook om vloeibare ammoniak of methaan. Ariel bestaat net als Miranda en de andere manen van Uranus uit ruwweg 50% waterijs en 50% .

Umbriel
Afstand tot Uranus: 266 000 km
Diameter: 1169 km
Omlooptijd: ± 4 dagen en 3 uur

Deze maan werd eveneens door Lassell ontdekt in 1851. Het oppervlak lijkt vrij oud en is bezaaid met kraters. Er komen geen kloven voor zoals op Ariel of Miranda. Bij één van de polen ligt een vreemd lichtgekleurd gebied. Waarschijnlijk is dit de van een grote krater, die opgevuld is met ijs.

Titania
Afstand tot Uranus: 436 300 km
Diameter: 1578 km
Omlooptijd: ± 8 dagen en 17 uur

Dit is de maan van Uranus. Ze werd in 1787 ontdekt door W. Herschel. De maan bezit enkele grote inslagbassins, maar is voor de rest bedekt met kleinere kraters en rotsblokken. Verschillende kenmerken, zoals een 1600 km lange kloof, wijzen erop dat het oppervlak vervormd is door geologische activiteit. Er zijn ook valleien van honderden kilometers lang ontdekt.

Oberon
Afstand tot Uranus: 583 519 km
Diameter: 1523 km
Omlooptijd: ± 13 dagen en 11 uur

Dit is de grote maan. Ze werd door Herschell ontdekt in 1787. Het oppervlak is oud, ijzig en zwaar bekraterd. Een aantal kraters vertoont stralenkransen van weggeslingerd materiaal. Er zijn geen tekenen van geologische activiteit. Het enige opvallende is een donker materiaal (vuil water?) dat verschillende kraterbodems bedekt. Op het zuidelijke halfrond zijn ook een aantal grote breuken te zien.

DE OVERIGE MANEN
De maan Cordelia werd ontdekt door Richard Terrile. Het werd niet opnieuw gezien tot De Hubble Telescoop hem waarnam in 1997. Cordelia is genoemd naar de jongste dochter van King Lear uit Shakespeare's stuk "King Lear". Buiten een straal van 21 km en geometrisch albedo van 0.08 is vrijwel verder niets bekend. Bij de Voyager 2 beelden komt Cordelia tevoorschijn als langwerpig voorwerp, de as richt zich naar Uranus

De maan Ophelia is in 1986 ontdekt door Richard Terrile m.b.v. foto's gemaakt door Voyager 2. Ophelia is genoemd naar de dochter van Polonius uit Shakespeare's stuk "Hamlet".

De maan Bianca is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Bianca is genoemd naar de zuster van Katherine uit Shakespeares stuk "The Taming of the Shrew".

De maan Cressida is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Zij is genoemd naar de dochter van een Trojaanse priester en overloper uit Shakespeare's stuk "Troilus and Cressida".

De maan Desdemona is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Desdemona is genoemd naar de echtgenote van Othello uit Shakespeare's stuk "Othello".

De maan Juliet is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Juliet is genoemd naar de vrouwelijke hoofdpersoon uit Shakespeare's stuk "Romeo and Juliet".

De maan Portia is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Portia is genoemd naar de heldin uit Shakespeare's stuk "The Merchant of Venice".

Rosalind is een maan van Uranus met een grijze oppervlakte. De maan is in 1986 ontdekt door Voyager 2. Rosalind is genoemd naar de dochter van een hertog en een van de hoofdpersonages uit Shakespeare's stuk "As You Like It". Rosalind behoort tot de groep manen rond Uranus, waartoe ook Bianca, Cressida, Desdemona, Portia, Juliet, Cupid, Belinda en Perdita behoren. Deze manen hebben dezelfde banen en fotometrische eigenschappen. Spijtig genoeg is buiten de straal van zijn baan (ca. 36 km) en zijn geometrisch albedo van 0,08 niets geweten over deze maan.

Cupid is ontdekt door Mark Showalter en Jack J. Lissauer in 2003 met behulp van de Hubble ruimtetelescoop. De maan is genoemd naar een figuur in het stuk Timon of Athens van William Shakespeare. De maan is de kleinste van de binnenste manen van Uranus, met een diameter die is geschat op slechts 18 km. Dit feit in combinatie met het donkere oppervlak zorgde ervoor dat de maan niet is ontdekt door de camera's van de Voyager 2 ruimtesonde toen deze in 1986 langs Uranus vloog. De baan van Cupid verschilt slechts 863 km van de baan van de grotere maan Belinda.

De maan Belinda is in 1986 ontdekt door Stephen Synnott. Belinda is genoemd naar de heldin uit Alexander Popes gedicht "The Rape of the Lock".

De maan Puck is in 1985 ontdekt door Stephen Synnott. Puck is genoemd naar een boosaardige fee uit Shakespeares stuk "A Midsummer Night's Dream". Puck is de op een na grootste van de kleine satellieten van Uranus.

Ariel is waarschijnlijk genoemd naar een karakter uit Alexander Pope's gedicht 'The Rape of the Lock' net als de maan Umbriel die in het zelfde jaar door William Lassell werd ontdekt. Het is ook mogelijk dat Ariel is vernoemd naar een nimf genaamd Ariel uit Shakespeares stuk The Tempest.

De maan Francisco is in 2003 ontdekt door Matthew J. Holman, John J. Kavelaars, Dan Milisavljevic en Brett J. Gladman

De maan Caliban is in 1997 met behulp van de 200-inch Hale telescoop ontdekt door Brett Gladman, Phil Nicholson, Joseph Burns en J.J. Kavelaars. Caliban is genoemd naar de misvormde bediende van Prospero uit Shakespeares stuk "The Tempest".

De maan Stephano is in 1999 ontdekt door B.J. Gladman, P.D. Nicholson, J.A. Burns en J.J. Kavelaars. Stephano is genoemd naar de alcoholistische butler uit Shakespeare's stuk "The Tempest".

De maan Trinculo is in 1999 ontdekt door M.J. Holman, J.J. Kavelaars en D. Milisavljevic. Trinculo is genoemd naar de nar uit Shakespeare's stuk "The Tempest".

Sycorax is een maan van Uranus. De maan is in 1997 ontdekt door Brett Gladman, Phil Nicholson, Joseph Burns, and JJ Kavelaars met behulp van de 200-inch Hale telescoop. Sycorax is genoemd naar een heks uit Shakespeares stuk "The Tempest"; tevens is zij daarin de moeder van Caliban. Sycorax is waarschijnlijk de grootste van de kleine satellieten van Uranus. De diameter is namelijk geschat op basis van de helderheid bij een aangenomen weerkaatsingsvermogen van 0,07.

Margaret is een maan van Uranus. De maan is in 2003 ontdekt door Scott S. Shepphard en David C. Jewitt

De maan Prospero is in 1999 ontdekt door Matthew J. Holman. Prospero is genoemd naar de hoofdpersoon uit Shakespeare's stuk "The Tempest".

De maan Setebos is in 1999 ontdekt door J.J. Kavelaars, B.J. Gladman, P.D. Nicholson en J.A. Burns. Setebos is genoemd naar de god die aanbeden werd door Caliban en Sycorax uit Shakespeares stuk "The Tempest".

De maan Ferdinand is in 2003 ontdekt door Matthew J. Holman, John J. Kavelaars, Dan Milisavljevic en Brett J. Gladman.