Grondstof: glas

Glasfabriek

Een glasfabriek is een bedrijf dat glas vervaardigt uit ruwe of gerecycleerde materialen. Tegenwoordig wordt glas veelal machinaal in massa gemaakt, waar men het vroeger met de hand fabriceerde. Flessen maken bij Glasfabriek O-I in Schiedam. Klik hier.

Soorten

Met de machinale productie van glasproducten wordt onderscheid gemaakt in drie grote groepen:

Technisch glas, zoals glasvezel als isolatie en in glasvezelkabel.
Vlakglas, zoals ruiten in gebouwen en voertuigen.
Verpakkingsglas of holglas, zoals flessen, bokalen, schalen, drinkglazen en lampen.

Ingrediënten

De belangrijkste ingrediënten zijn: zilverzand, soda, kalksteen, magnesiumcarbonaat en glasscherven. Verdere toevoegingen kunnen onder meer zijn: tras, trachiet, Fonoliet, vloeispaat, mangaan(IV)oxide, basalt en glauberzout.
Glasmachines

Een glasfabriek gebruikt gespecialiseerde glasmachines. Deze machines hebben een aantal productafhankelijke onderdelen, de zogenaamde glasvormenset. Ze worden gebruikt voor het maken van diverse glasproducten en halffabricaten. Glasmachines gebruiken, afhankelijk van het product, de volgende onderdelen:

Nekring

De nekring vormt het bovenste deel van een fles of bokaal vanaf het moment dat de glasdruppel in de voorvorm valt. De nekring moet voldoen aan de eisen voor het afsluiten van de fles. De bekendste zijn kroonkurk, wijnkurk, twist-off en ketchupflessluiting. De nekring wordt uit brons of gietijzer gemaakt. Het vlak dat met het glas in contact komt wordt meestal bedekt met een laag nikkel.

Geleidering

De geleidering vormt de bovenste afronding van de fles. Dit is het deel waar je je lippen aan zet als je van een fles drinkt. Dit gedeelte moet uiteraard perfect gevormd zijn om luchtdicht afsluiten van de fles te waarborgen en zo bederf van het product in de fles te verhinderen. De geleidering wordt meestal uit gietijzer gemaakt met een nikkel deklaag. Kleine varianten worden soms volledig uit nikkel gemaakt, uitgaand van een nikkelen gietstuk, dat door middel van de verlorenwasmethode wordt gegoten.

Glasdoorn

Met de glasdoorn wordt in de gloeiende glasdruppel een holte aangebracht. Deze holte is noodzakelijk om het glas te kunnen blazen. Doordat de glasdoorn in een gloeiende druppel glas wordt gedrukt, slijt deze relatief snel af. Daarom wordt deze meestal bekleed met een deklaag van wolframcarbide van ongeveer een halve millimeter dikte.

Voorvorm

De voorvorm is een glasvorm waarmee de glasdruppel dusdanig wordt voorgevormd dat de bij het blazen in de navorm de wanddikte zo egaal mogelijk is. Een fles is namelijk zo sterk als haar zwakste plaats. Door de wanddikte zo nauwkeurig mogelijk te maken kan men optimaal glasblazen en zodoende het glasverbruik en dus ook flesgewicht minimaliseren. De voorvorm wordt gemaakt uit gietijzer.

Voorvormbodem

De voorvormbodem sluit de voorvorm aan de bovenkant af nadat de glasdruppel in de voorvorm is gevallen. De voorvormbodem verhindert dat de glasdoorn bij de opgaande beweging de druppel weer uit de voorvorm duwt. De voorvormbodem wordt meestal gemaakt uit gietijzer, nikkel of een combinatie van beide.

trechter

De trechter staat boven op de voorvorm of zit erin verwerkt. De trechter dient om het laden van de glasdruppel te vergemakkelijken. De trechter wordt meestal uit gietijzer gemaakt.

Navorm

In de navorm wordt de fles geblazen tot zijn definitieve vorm. De navorm wordt gemaakt uit gietijzer of brons. Om de takttijd te kunnen verkorten wordt de navorm meestal intensief met lucht gekoeld en wordt via een ingebouwd vacuümkanalensysteem de lucht aan de buitenkant van de fles weggezogen om het blazen te versnellen. Elke navorm heeft een eigen nummer dat je op de fles terug kan vinden als een bolletjescode, of "dotcode" in vakjargon. Alle flessen worden namelijk uitvoerig automatisch gecontroleerd na fabricage. Wanneer een defect wordt vastgesteld wordt de dotcode ingescand en de fles van de transportband geduwd. Hierdoor kan de bedienaar van de glasmachine actie nemen en de navorm laten repareren en/of vervangen door een reserve. Naast de dotcode vindt men ook altijd het logo van de glasfabriek terug en de inhoud van de fles op een bepaalde vulhoogte.

Navormbodem

De navormbodem vormt de bodem van de fles. De bodem is gekarteld om er voor te zorgen dat wanneer de gloeiend hete fles op de transportband wordt gezet na het blazen, deze zo weinig mogelijk contact maakt met de relatief koude transportband. Te snelle afkoeling zou immers de fles doen barsten. De bodem wordt uit gietijzer of brons gemaakt.

Blaaskop

De blaaskop wordt boven op de navorm geplaatst om de fles te blazen. De blaaskop wordt uit gietijzer vervaardigd.

Distributieplaat

De distributieplaat zit onder de navorm en zorgt voor de verdeling van de koellucht naar de koelkanalen van de navorm en eventueel ook voorvorm. De distributieplaat wordt gemaakt uit plaatstaal.

Uitneemtang

De uitneemtang neemt de geblazen fles uit de navorm en plaatst de fles op de wachtplaat. Vanaf de wachtplaat wordt de fles op de transportband geduwd op het juiste moment. De uitneemtang is gemaakt uit een bronzen gietstuk met een koolstof inzetstuk.

Soorten glas

De bekendste vorm van glas, in gebruik voor ramen, flessen, (drink)glazen, vazen e.d. is een mengsel van silicaten. De belangrijkste grondstof daarvoor is kwarts of silica (SiO2) meestal gewonnen uit zand. Silica is een zuur oxide, dat met water kiezelzuur kan vormen.

Kwartsglas
In pure vorm kan van silica ook een glas gemaakt worden. Dit type glas is kwartglas. In verhouding met andere soorten glas is kwartsglas moeilijk te bewerken en dus duurder. Het heeft een hoog en vrij abrupt smeltpunt, boven 1700 °C. Kwartsglas wordt alleen voor speciale doeleinden toegepast, bijvoorbeeld in cuvetten die UV-licht doorlaten en voor ampullen die hoge temperaturen moeten kunnen doorstaan.

Bergkristal
Net als kwartsglas bestaat bergkristal uit zuiver silica. Door de lange tijd die het kristalrooster heeft gekregen om zich te vormen, is het (quasi) volmaakt gekristalliseerd: het rooster bestaat uit regelmatige SiO4-tetraëders, die in een driedimensionaal patroon gerangschikt zijn. Het is daarmee een kristallijne vaste stof en niet een glas. Van buitenaf is dat verschil niet goed te zien, maar in het Röntgendiffractiepatroon is het verschil erg groot.

Commercieel glas
Wegens de hoge verwerkingstemperatuur en de bijbehorende hoge verwerkingskosten, worden bij commerciële glassoorten verzachters toegevoegd zoals CaCO3 en Na2CO3. Deze gaan bij het smelten over in respectievelijk CaO en Na2O onder vorming van kooldioxide. De vermindering van het aantal dwarsverbindingen maakt het glas zachter en vermindert de glastemperatuur.

Gewoon glas bestaat uit slechts 70% SiO2 en veel zachtmakers (10% CaO, 15% Na2O) en wordt verwerkt op 700 °C. Wegens zijn samenstelling noemt men het ook natronkalkglas. Het heeft een hoge thermische uitzetting en is daardoor niet geschikt voor laboratoriumtoepassingen. Daar wordt een glas met een bijzondere samenstelling (borosilicaatglas) of het veel duurdere kwartsglas gebruikt. Die materialen zijn goed tegen snelle temperatuursveranderingen opgewassen.

Commercieel glas wordt in drie grote groepen verdeeld:

het vlakglas (ramen, autoruiten, spiegelglas, draadglas, kogelbestendig glas). Autoruiten, met name de voor- en achterruit, zijn gemaakt van gelaagd glas. Dit bestaat uit twee op elkaar geplakte ruiten met daartussen een laag polyvinylbutyral (PVB).
het verpakkingsglas – ook holglas genoemd – (flessen, (drink)glazen, vazen, gloeilampen, ...)
het technisch glas (glasvezel, glaswol, glasbolreflectoren, kattenoog (reflector).)

Voor het produceren van verpakkingsglas worden de volgende drie methodes gebruikt in glasfabrieken:

Blaas/blaasproductie
Pers/blaasproductie
Persproductie

Om deze holglasproducten de juiste vorm te geven worden glasvormen of glasmoulds gebruikt.


Voor extra uitleg over glassoorten: Klik hier.

Fabricage

Het meeste glas wordt gefabriceerd door aan het zure SiO2 basische verbindingen, zoals natrium-of kaliumhoudende carbonaten, toe te voegen. Ook zware metalen zoals lood (in kristalglas) worden toegepast. Glas is chemisch gezien dus een mengsel van silicaten Na-K-Ca-Mg-...-Si-O. Afhankelijk van de precieze samenstelling heeft het glas verschillende eigenschappen, bijvoorbeeld een ander smeltpunt, een andere brekingsindex, dispersie of een andere uitzettingscoëfficiënt. Omdat bij verwarming een glazen voorwerp door uitzetting kan springen, maakt men glas met een speciale samenstelling (boriumsilicaat), waar dit soort problemen minimaal zijn. Voor toepassingen in de optica, met name voor speciaal gecorrigeerde objectieven, worden glassoorten met zeldzame aarden of fluoriet gebruikt die een extreem lage dispersie hebben.

Geblazen glas
Blazers laten een bol van glas verwarmen aan het einde van een riet (holle metalen buis), en blazen in dit riet om het glas te laten uitzetten en aldus een bolvormig element uit glas te bekomen. Naderhand rekt men deze bolvorm uit (tot een cilindervorm), en snijdt men die cilinder overlangs. Dan kan men de cilinder platdrukken, en heeft men een plat glasoppervlak. Deze methode wordt ook gebruikt voor de massaproductie van flessen, bokalen en lampen in geautomatiseerde glasfabrieken.
Vertekening door glastrekken Het glas wordt geblazen bij een temperatuur tussen 870 en 1040 °C. Soda-calciumglas kan nog geblazen worden bij een temperatuur van 730 °C. Nadien wordt het glas in een andere oven geplaatst van 500 °C. Dit gebeurt om het glas niet te snel te laten afkoelen waardoor het zou springen.

Getrokken glas
Men maakt een bad van gesmolten glas, plaatst een (rechte) staaf horizontaal in de vloeistof, en trekt deze staaf omhoog. Het glas is zo viskeus dat het de staaf zal meevolgen. Op deze manier wordt snel een plat glasoppervlak verkregen, hoewel dit niet perfect is. Oude ramen zijn vaak nog opgebouwd uit platen getrokken glas, dit is te zien door de zogenoemde trekstrepen: het glas is plaatselijk dikker en dunner, waardoor de ruit een vertekend beeld geeft. In Nederland werd in 1979 de laatste fabriek volgens dit procedé gesloten.

Floatglas
Deze methode werd in 1952 uitgevonden door Pilkington: men giet het gesmolten glas boven op een bad van gesmolten tin. Het glas is lichter dan het tin, waardoor het erbovenop blijft drijven. Gesmolten metalen hebben een perfect vlak oppervlak en op deze manier is ook (de onderkant van) het glas perfect vlak. De oppervlaktespanning van het glas zelf zorgt voor een perfect gladde bovenkant. De floatglasmethode wordt vooral gebruikt voor het maken van grote glasplaten (6,0 × 3,21 m). Het wordt toegepast in een continu gietproces: aan één kant wordt het vloeibare glas op het vloeibare tin gegoten, aan de andere kant wordt de gestolde glasplaat verder afgekoeld en in gewenste afmetingen gesneden. Men kan naar wens de dikte van de glasplaat variëren tussen 0,4 en 25 mm.
Momenteel wordt zo'n 90% van alle glas volgens deze methode gemaakt. De enige Nederlandse floatglasfabriek was in Tiel. Hier produceerde men tot 2012 ruim 50 000 m² glas, teruggerekend naar een dikte van 4 mm.

België heeft meerdere floatglasfabrieken: een in Mol in de Kempen (40 000 m² per dag), vier in Moustier-sur-Sambre (280 000 m² per dag) en twee in Jemeppe-sur-Sambre (120 000 m² per dag), alles teruggerekend naar 4 mm dikte.

Bestudeer eerst bovenstaande cursus.
IN ONDERSTAANDE GEGEVENS STAAN ER VAAK HYPERLINKS. KLIK ER OP EN LEES OOK DIE TEKSTEN.
ER WORDEN DAAR VRAGEN OVER GESTELD.

Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
*
Een bedrijf dat glas vervaardigt uit ruwe of gerecycleerde materialen.
*
Fibre (Brits-Engels) of fiber (Amerikaans-Engels) genoemd, is een haarfijne vezel van glas.Nederlandse naam?
*
Glas dat gebruikt wordt in de bouw, in kozijnen, deuren en ramen.
*
Andere naam voor verpakkingsglas?
*
Kwartszand of witzand is een fijnkorrelig, wit, uiterst zuiver zand met een laag ijzergehalte.
Het bestaat bijna geheel uit kwarts (SiO2). Het is de belangrijkste grondstof voor de glasindustrie.
Andere naam voor witzand?
*
Natriumcarbonaat is een anorganische verbinding met als brutoformule Na2CO3.
Ook wel bekend als
*
De naam van een sedimentair gesteente dat ontstaat door de opeenhoping van (kalkhoudende)
stoffelijke overblijfselen van in zee levende organismen. Daarmee bestaat het
voornamelijk uit calciumcarbonaat (CaCO3) en vindt men er regelmatig
fossielen in terug (schelpen, ammonieten, e.d.).
*
Een mineraal dat bestaat uit magnesium, koolstof en zuurstof. De molecuulformule is MgCO3.
*
Gebroken en fijngemalen tufsteen.
Het is van vulkanische oorsprong en wordt gewonnen in de Eifel.
*
Een relatief felsisch uitvloeiingsgesteente dat veel alkali's bevat, voornamelijk kaliveldspaat.
*
Klanksteen is een intermediair (tussen mafisch en felsisch) uitvloeiingsgesteente
dat zeer veel alkali's bevat, voornamelijk kaliveldspaat en meer dan 10% nefelien.
Doorgaans groenachtig grauwgekleurd, bevat ook veldspaatvervangers, pyroxenen.
*
Het mineraal fluoriet is calciumfluoride met de chemische formule CaF2.
Andere naam?
*
Mangaandioxide (ook bekend onder de naam bruinsteen of het Attenburrow-oxide) is een oxide van mangaan,
dat in de aardkorst veel voorkomt onder de vorm van het mineraal pyrolusiet.
*
Een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava.
De stolling vindt plaats aan het aardoppervlak en daarom is het een uitvloeiingsgesteente.
*
Natriumsulfaat, ook wel aangeduid als wonderzout en nog een derde naam is een wit kristallijn zout
met als brutoformule Na2SO4. Het werd ontdekt door Rudolf Glauber en
werd gebruikt voor medicinale toepassingen (laxeermiddel) en in de glasfabricage.
In de natuur komt het meest voor in de vorm van het decahydraat Na2SO4·10 H2O.
Geef de derde naam.
*
Een glasmachine heeft veel onderdelen. Het bovenste deel van een fles of bokaal vanaf het
moment dat de glasdruppel in de voorvorm valt. Deze voorvorm noemt men de
*
Een glasmachine heeft veel onderdelen. Het bovens deel van een fles waar je
je lippen aan zet als je van een fles drinkt. komt in een voorvorm die een naam heeft.
*
Met een andere voorvorm wordt In de gloeiende glasdruppel een holte aangebracht.
Deze holte is noodzakelijk om het glas te kunnen blazen. Naam van de voorvorm.
*
Een glasvorm waarmee de glasdruppel dusdanig wordt voorgevormd dat de bij het
blazen in de navorm de wanddikte zo egaal mogelijk is, noemt men de
*
Een voorvorm die verhindert dat de glasdoorn bij de opgaande beweging de druppel
weer uit de voorvorm duwt is de
*
Boven op de voorvorm zit een toestel dat dient om het laden van de glasdruppel
te vergemakkelijken. bestaat uit gietijzer. Naam?
*
De fles wordt geblazen tot zijn definitieve vorm in een toestel met naam.
*
De bodem van de fles wordt gekarteld om er voor te zorgen dat wanneer de gloeiend hete fles
op de transportband wordt gezet na het blazen, deze zo weinig mogelijk contact maakt
met de relatief koude transportband. Het toestel dat daar voor zorgt noemt men
*
Boven op de navorm plaatst men een toestel om de fles te blazen. Dat is de
*
Onder de navorm is er een toestel dat zorgt voor de verdeling van de koellucht naar de
koelkanalen van de navorm en eventueel ook voorvorm. Dit is de
*
Een soort tang neemt de geblazen fles uit de navorm en plaatst de fles op de wachtplaat.
Dat noemt men de
*
Zouten of esters van kiezelzuur (H4SiO4). De zouten bevatten alle het tetraëdrische SiO44−-ion
(of een afgeleide daarvan, met een of meer waterstofatomen). Het zijn
*
Een vorm van siliciumdioxide, SiO2. Het vormt meer dan 12% van het volume van de aardkorst.
*
Een zwak zuur dat is afgeleid van siliciumdioxide SiO2. In verdunde oplossing is er een
aantal vormen, die allemaal de algemene formule SiO2.n H2O bezitten,
waarbij n kan verschillen. Indien n watermoleculen per twee moleculen zuur aanwezig
is wordt dat genoteerd met n/2.
*
Uit gesmolten kwarts gemaakt glas.
*
Een, veelal rechthoekig, buisje zonder schaalverdeling.
Worden het meest in de scheikunde gebruikt bij de UV/VIS-spectroscopie.
* Een glazen of plastic container waarin men voornamelijk medicijnen bewaart.
*
Elektromagnetische straling net buiten het deel van het spectrum dat met het menselijk oog waarneembaar is.
De golflengte ligt tussen 100 en 400 nanometer.
*
Glas bedoeld voor gebruik in de bouw, in kozijnen, deuren en ramen.
Naar aanleiding hiervan wordt het ook wel vensterglas genoemd is.
*
Een glassoort waarin metalen draden veelal in een rasterpatroon zijn verwerkt.
*
Glas dat bestaat uit meerdere lagen glas gescheiden door een transparante kunststof laag uit
polyvinylbutyral (PVB).
*
Een silicaat dat gebruikt wordt als isolatiemateriaal. Het is een product dat vervaardigd
wordt uit zand en gerecycled glas. Het is niet brandbaar en niet oplosbaar in water,
en daardoor erg geschikt als bouwmateriaal.
*
Zuiver bolvormige retroreflectoren gemaakt van glas. Deze bestaan in zeer uiteenlopende afmetingen.
Zeer kleine glasbolreflectoren worden glasparels genoemd.
*
Een maat voor de temperatuursafhankelijkheid van de dichtheid van materiaal of van een stof.
*
Het deelgebied van de natuurkunde dat zich bezighoudt met de beschrijving en
verklaring van het gedrag van licht; dit is elektromagnetische straling in en rond het
deel van het elektromagnetische spectrum dat zichtbaar is voor het menselijk oog,
dat is met golflengten tussen circa 400 nm en 800 nm.
*
Het vervaardigen van glazen voorwerpen door lucht te blazen in glas dat naar een hoge
temperatuur verhit is zodat het dikvloeibaar is.
*
Men maakt een bad van gesmolten glas, plaatst een (rechte) staaf horizontaal in de vloeistof,
en trekt deze staaf omhoog. Zo bekomt men
*
Men giet het gesmolten glas boven op een bad van gesmolten tin.
Het glas is lichter dan het tin, waardoor het erbovenop blijft drijven.
Gesmolten metalen hebben een perfect vlak oppervlak en op deze
manier is ook (de onderkant van) het glas perfect vlak.
Men spreekt over
*
Glas waaraan als kleurstof een uraniumverbinding is toegevoegd, vaak uraniumdioxide of natriumdiuranaat.
Meestal gaat het om kleine hoeveelheden uranium (2%).
Het glas heeft een groene of gele kleur die onder ultraviolette straling oplicht (fluoresceert).
Het is laag radioactief en niet schadelijk voor de gezondheid.