DE HERKOMST VAN HET BELGISCH WATERDe hoeveelheid is uitgedrukt in liter per vierkante meter.Door de neerslag krijgt België 890 l water. Vanuit Frankrijk komt er 160 l water. In totaal beschikt België over 1050 liter. Er verdampt ongeveer 424 liter water, 132 liter water infiltreert in de bodem. Bodemwater verdampt of vult het grondwater aan, 560 liter water vloeit via de rivieren terug naar zee. België heeft veel
oppervlaktewater en weinig grondwater.
GrondwaterGrondwater is water dat in de
ondergrond is doorgedrongen. Op een bepaalde plaats heeft grondwater uit diepe lagen bijna steeds dezelfde samenstelling. Het is vrij van chemische en bacteriologische vervuiling en is van een uitmuntende kwaliteit. Dat is minder het geval met ondiep grondwater omdat de kans bestaat dat er scheikundige stoffen of
bacteriën in doordringen.
Extra uitleg over watervervuiling! Klik hier.
Grondwater wordt voor de drinkwaterproductie “gewonnen” op meerdere wijzen:
- bronnen brengen het op natuurlijke wijze weer aan de oppervlakte;
- uit grondwaterlagen wordt het langs galerijen opgevangen;
- putten worden tot op grote diepte geboord vanwaar het wordt opgepompt;
- oppomping kan ook gebeuren uit oude mijnschachten.
Meestal bevat grondwater geen opgeloste zuurstof. Het is ook mogelijk dat er stoffen inzitten die we liever niet hebben, zoals
koolzuurgas,
ijzer,
mangaan,
ammonium of
humuszuren en in zeldzame gevallen te veel nitraat of gewasbeschermingsmiddelen (
pesticiden).
De
drinkwaterbedrijven lossen waar nodig die problemen op:
- Zij beluchten het water om zuurstof in te brengen en koolzuurgas uit te drijven.
- Met zandfiltratie verwijderen zij ijzer, mangaan en eventueel ammonium.
- Om de bacteriologische kwaliteit tijdens het transport naar de verbruiker te beschermen wordt het water ontsmet.
- De verwijdering van nitraat vergt speciale behandelingstechnieken, terwijl actieve kool het water van pesticiden zuivert.
Oppervlaktewater als bron voor drinkwaterOppervlaktewater vindt men in rivieren, kanalen, beken, meren,
spaarbekkens en
stuwmeren.
Een deel van het water dat door ons bedrijf geleverd wordt is oppervlaktewater, gewonnen uit het
Albertkanaal en het
Netekanaal, dat daarvan aftakt. De kwaliteit van dit water behoort tot de beste in Vlaanderen. Het wordt uitgebreid gecontroleerd en de evolutie over langere termijn opgevolgd, zodat tijdig aan de alarmbel kan worden getrokken als één en ander in een ongunstige zin zou evolueren.
Het Albertkanaal wordt in
Luik en via de
Kempense Kanalen in
Maastricht gevoed met Maaswater. De kwaliteit van dit water is de jongste decennia sterk verbeterd, onder meer door sanering van lozingen of het verdwijnen van
zware industrie in industriegebieden in
Frankrijk, rond
Charleroi en rond Luik. In de kanalen tussen Luik en
Antwerpen verdwijnen die verontreinigingen grotendeels dank zij de lange verblijftijd: gemiddeld doet het Maaswater er anderhalve maand over om het voorlaatste pand van het Albertkanaal te bereiken, waar de waterwinning plaats heeft. Bovendien heeft de bestemming van de kanalen als bron voor de drinkwatervoorziening, een bescherming tot gevolg tegen bijkomende verontreinigingen. Directe lozingen zijn er dan ook nauwelijks. Waarschuwingsborden werden geplaatst om ook de schipperij te betrekken bij deze bescherming.
Spaarbekkens (
Broechem en
Kluizen) werden aangelegd om periodes van verontreiniging of watertekort te kunnen opvangen zodat de continuïteit van de drinkwatervoorziening niet in het gedrang komt.
Vanaf 1881 tot 1955 werd voor de drinkwaterproductie van de Antwerpse agglomeratie gebruik gemaakt van Netewater, dat eerst te
Rumst en later te
Duffel werd ingenomen. Omwille van kwalitatieve en kwantitatieve overwegingen werd sinds 1955 overgeschakeld op Maaswater. De
Maas voedt inderdaad het Albertkanaal en een aftakking hiervan, het Netekanaal. En het is precies op deze kanalen dat uw watermaatschappij het ruwwater aftapt dat in de productiecentra, Zuiderproductie (gemeenten Duffel en Rumst) en Noorderproductie (gemeente
Ranst), tot drinkwater wordt verwerkt.
De kwaliteit van het ruwe water wordt permanent bewaakt vanuit het Meetstation
Grobbendonk, voldoende stroomopwaarts gelegen om tijdig te kunnen ingrijpen.
Aan de watervang zelf wordt het inkomende water constant bewaakt door volautomatische staalname-systemen en door het gedrag van een aantal regenboogforellen te observeren.
Het productieproces omvat verschillende zuiveringsstappen die er op gericht zijn om ongewenste stoffen en micro-organismen tegen te houden. Deze processen worden niet alleen continu bewaakt, maar bovendien wordt onderzoek verricht om ze voortdurend te verbeteren.
Extra uitleg over: sluizen.
Klik hier.
werking van een sluis.
Klik hier.
Video over Klokhuis sluizen.
Klik hier.
BaggerenBagger: 'modder die van onder water wordt opgehaald'. Op de bodem van iedere sloot of waterpartij verzamelt zich in de loop der tijd bagger. Bagger vormt zich uit onder andere gevallen blad, plantenresten en zwerfvuil. Door deze bagger wordt de sloot steeds ondieper. Bij warm weer bevat het kleine laagje water nog maar een beperkte hoeveelheid zuurstof. Vissterfte en stank kunnen bij warm weer het gevolg zijn.
Een ondiepe sloot kan ook minder water afvoeren, wat bij heftige regenval tot overstromingen kan leiden. Genoeg redenen voor de gemeente om in actie te komen. Het is helaas niet te voorkomen dat baggeren een tijdelijke impact heeft op het leefmilieu in de sloot, maar op de lange termijn is de natuur zeker gebaat bij een baggerbeurt.
De bagger wordt met een schuifboot over de bodem van de sloot naar één punt geschoven. Daar schept een kraan de bagger uit het water in de bak van een vloeistofdichte vrachtwagen. In bredere sloten staat de kraan op een drijvend
ponton.
De vrachtwagen brengt de bagger naar een overslaglocatie. Daarvandaan wordt de bagger per schip afgevoerd naar een baggerdepot.
Extra uitleg over baggeren! Klik hier.