HET STIKKENDE VERKEERDe grote verkeersdrukte in het stadscentrum veroorzaakt
luchtvervuiling en veroorzaakt een nijpend parkeerprobleem. Bovendien komt de veiligheid van voetgangers en fietsers er door in gevaar. Men tracht de verkeersstroom in de binnenstad te beperken en af te remmen door het verkeer langs de grote ringlanen om te leiden. In de binnenstad wordt het verkeer beperkt door parkeerverbod en éénrichtingsverkeer en door het inrichten van straten als
fietsstraten. Men zal in de toekomst grote parkeerruimten oprichten langs de ringlanen en het openbaar vervoer binnen de stad aanmoedigen.
OUDE WIJKEN VERKROTTENOude woningen in de stad zijn vaak vervallen en grotendeels verlaten. Vaak werden oude stadsdelen totaal afgebroken en vervangen door kantoren en grote woonblokken. Het is beter de oude huizen op te knappen om alzo weer meer inwoners in de binnenstad te krijgen.
WINKEL-WANDELSTRATENIn steeds meer steden worden de winkelstraten gesloten voor het verkeer. Voetgangers en handelaars zijn daar best tevreden mee.
SOMMIGE STEDEN GROEIDEN SNEL, ANDERE TRAAGDe bevolkingsloop is de groei of de daling van de bevolking van een stad. In
Hasselt en
Aalst, stijgt de bevolking. Dit komt door een bloeiende industrie, handel en diensten.
Ieper,
Namen en
Hoei waar de tewerkstelling weinig toenam ontwikkelden slechts langzaam. De aanwas van de bevolking hangt dus af van de functie van de stad. De groei van de bevolking in vele steden was tot W.O.II het gevolg van een inwijkingsoverschot (immigratieoverschot). Het waren vooral de vele kinderen van de boerenfamilies die naar de stad trokken om in de industrie te werken.
DE OUDE BINNENSTEDEN ONTVOLKENDe binnenstad ontvolkt ten voordele van de randgemeenten. In de binnenstad overheersen winkels, restaurants, cafés, kantoren. De grond en de gebouwen in de binnenstad worden onbetaalbaar. De mensen trekken naar de rand van de stad. Er is meer groen, het is er stiller en veiliger. Nadeel: er wordt steeds meer ruimte ingenomen voor huizen en straten. Het uitdijen van de stedelijke agglomeratie heet
suburbanisatie. Momenteel ontvolken langzaam de grote en middelgrote steden door een sterfteoverschot en/of een uitwijkingsoverschot. Daardoor wordt het omringende platteland steeds meer verstedelijkt.
DE LIGGING BEPAALT DE STEDELIJKE GROEIHasselt heeft op haar grondgebied een station (spoorverbinding met Luik, Brussel, Antwerpen), een autoweg (verbinding met Brussel, Antwerpen, Luik), een kanaal (Albertkanaal). De grootste steden beschikken over de beste verbindingen. De meeste steden komen in de noordelijke helft van ons land voor, waar trouwens de verkeersmiddelen het talrijkst zijn en de economische activiteiten het grootst. Iedere stad heeft een eigen lokale ligging of site.
Antwerpen ontwikkelde zich op de rechteroever van de Scheldebocht.
Geraardsbergen groeide links en rechts van de Dender. Het oude
Bouillion beschutte zich veilig in een meander van de Semois, terwijl
Aarlen op een heuvel (waar men goed kon verdedigen) als stad uitgroeide. Hasselt ontstond aan de
Helbeek, op het kruispunt van wegen.