Landschappen in Europese streken

Scandinavië: reliëf, klimaat, plantengoei, bevolking

Reliëf


Het Scandinavische Hoogland is asymmetrisch. Langs de westelijke kant zijn de helling steil en sterk versneden, de insnijdingen zijn soms door de zee overspoelde (fjorden). Langs de oostelijke kant zijn zachte hellingen met daarop rivieren die evenwijdig aan elkaar naar de Botnische Golf stromen.

Klimaat
Koud klimaat met dooiseizoen (toendraklimaat):
gemiddelde temperatuur van de koudste maand onder -3° C
gemiddelde temperatuur van de warmste maand tussen 0° C en 10° C

Koudgematigd klimaat met strenge winter (taïgaklimaat):
strenge winter
zomer: temperatuur boven 10°C

Koelgematigd klimaat met strenge winter (gemengd woudklimaat):
grote temperatuurverschillen tussen winter en zomer


Plantengroei
De toendra. Voor extra uitleg, klik hier.
De taïga. Voor extra uitleg, klik hier.
Loofwoud. Voor extra uitleg, klik hier.


Bevolking Zweden
Aantal inwoners: 10.532.606 (2023)
Bevolkingsdichtheid (2023): 22,6 inwoners per km²
Bevolkingsspreiding: Het zuiden van Zweden is het dichtstbevolkt. Bijna 83 % van de Zweden woont in een stad.

Demografie. Klik hier.

Bevolkingssamenstelling
Kenmerken van de Zweedse bevolking: lange slanke gestalte, smalle schedel, blond haar en blauwe ogen. Het aantal buitenlanders is tijdens en na de Tweede Wereldoorlog sterk toegenomen en bedroeg in 2014 bijna 2 miljoen. Finnen zijn de grootste groep. Ruim 26 procent van de inwoners heeft een migratieachtergrond.
Zweden is een van de dunst bevolkte landen van Europa, maar er bestaan regionaal grote verschillen in bevolkingsdichtheid. De gemiddelde bevolkingsdichtheid per km2 is ongeveer 22, maar in het uiterste noorden van het land is de dichtheid 3 inwoners per km2 en in het stedelijk gebied rondom Stockholm meer dan 250 inwoners per km2. In de stedelijke gebieden van Stockholm, Göteborg en Malmö woont ruim een derde van de totale bevolking. Ongeveer 85% van de bevolking woont in een verstedelijkt gebied. Steden in het noorden hebben vrijwel nooit meer dan 20.000 inwoners. De enige autochtone minderheid van betekenis wordt gevormd door de ongeveer 15.000 Samen (Lappen) in het noorden, die zowel naar lichaamskenmerken als naar taal en cultuur van de overige Zweden verschillen. De Samen (Lappen) leven sinds de prehistorie in het noorden van Zweden. De afgelopen eeuw zijn er in Lapland grote veranderingen tot stand gekomen. De Samen zijn in steeds nauwer contact met de Scandinavische cultuur gekomen. De meesten hebben hun nomadenbestaan opgegeven en zich als visser, landbouwer of zelfstandige ondernemer gevestigd of hebben een reguliere baan. Sommigen van de Samen zijn volledig opgegaan in de Scandinavische samenleving en hun leven verschilt in weinig van dat van andere Scandinaviërs, maar een belangrijk deel van hen streeft ernaar om de eigen cultuur en taal te behouden.

Levensverwachting: mannen 81,34 jaar, vrouwen 84,73 jaar (2022)

Verder wonen er ook een grote groep immigranten.
In 2014 zochten 81.000 mensen asiel in Zweden; 33.500 van hen kregen het. Echter, veel immigranten lieten vervolgens hun families overkomen, waardoor dat aantal substantieel steeg. In 2015 deden 163 duizend migranten een asielaanvraag, het hoogste aantal aanvragen per hoofd bevolking in vergelijking met andere Europese landen.Dat aantal is twee keer zo hoog als het voorgaande jaar. Als de helft van hen asiel krijgt, en zij allemaal drie familieleden over laten komen, hebben we het over 270.00 nieuwe immigranten -- en dat allemaal in een jaar. Netto migratie percentage in 2020 was 5,2 per 1000 inwoners.
Zie Index Mundi. Klik hier.

BEGRIPPEN

Scandinavisch MassiefSchiereilandFjordMorene
VulkaanLavaveldGeiserBazalttrappen
ToendraTaïgaGolfstroom


Betekenis van Fjeld.
  1. Bergvlakte in Scandinavië
  2. Bergvlakte (Scandinavië)
  3. De kale toppen der Scandinavische bergen
  4. Glaciaal bewerkt plateau
  5. Hoogvlakte in de bergen van Zweden en Noorwegen
  6. Noorse woeste bergvlakte
  7. Noorse bergvlakte
  8. Plateau
  9. Scandinavische boomloze hoogvlakte
  10. Zweedse bergvlakte

Lees aandachtig de bovenstaande teksten! De foto's en kaarten in de opgave hebben betrekking op de onderstreepte woorden. Al de getoonde gebouwen staan op bovenstaande kaart! De vraag verschijnt als je de muispijl op de foto plaatst.
Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
*
Andere naam voor Scandinavisch Hoogland?
*
Het Scandinavisch Hoogland loopt van
*
Scandinavië is een schiereiland. Wat is een schiereiland?
*

Geef de naam van bijgevoegd ondergelopen U-vormig dal.
*

Een afgeschuurd bultenlandschap in Noorwegen is een
*

In Finland lieten de ijsmassa's lange puinslierten van afgezet materiaal achter.
De naam van die puinslierten?
*

Een Scandinavisch land heeft minstens 56 000 meren die ontstaan zijn
na de ijstijd, toen kuilen en bekkens met het smeltwater werden gevuld.
Naam van dat land?
*

De Noorse kust is
*
De oostelijke zijde van het Scandinavisch Hoogland
*
Door de asymmetrische vorm van het Scandinavisch Hoogland
stromen de meeste rivieren door
*
Denemarken maakt deel uit van de
*

In IJsland overheersen er
*
Het IJslands Plateau ligt op
*
In Lapland heerst het koude klimaat met als plantengroei de
*
In het centrum van Noorwegen, Zweden, Finland heerst het
koud gematigd klimaat
*
In het zuiden van Scandinavië heerst het koelgematigd
klimaat met
*
De kusten van Noorwegen kennen veel neerslag door de
*
De Noorse havens vriezen niet dicht. Dit komt door de invloed van de
*
De Botnische Golf vriest ook sneller dicht door het feit dat er
*
De bevolkingsdichtheid in Noord-Europa is
*
De verstedelijking in Noord-Europa is
*
De inwoners van de Scandinavische landen hebben een
*
De meeste inwoners van Noord-Europa wonen in het
*
Hoe hoger, hoe verder van de zee, hoe verder van de evenaar, hoe
*
Hoge welvaart in Zweden en Denemarken kan men afleiden uit bv.