De mens in het industrieel landschap

Verbruiksgoed, productiegoed, basisindustrie, halffabrikaat, vestigingsfactor

Een verbruiksgoed of consumptiegoed
Is een goed dat direct is bestemd om door consumenten te worden aangeschaft. Bijvoorbeeld een brood bij een bakker, een radio in een elektronicawinkel of een jas bij een kledingzaak.

Een productiegoed of een kapitaalgoed
Is een goed dat is bestemd voor ondernemers waarmee zij hun productieproces kunnen voortzetten. Bijvoorbeeld een hijskraan voor een bouwonderneming, een vrachtauto voor een transportbedrijf of een broodbakmachine voor een bakkerij.

Basisindustrie
Die grondstoffen verwerkt en halffabrikaten aflevert. Deze halffabrikaten dienen weer als grondstof voor de vervolg- of verwerkingsindustriëen. Voorbeelden: hoogovens, aardolieraffinaderijen, houtzagerijen, enz.

Halffabrikaat
Produkt dat is gemaakt door een basisindustrie. Het is nog niet af, maar dient als grondstof voor een vervolg- of verwerkingsindustrie die er een eindproduct van maakt.

Locatie- of vestigingsplaatsfactor
Alle factoren die de vestiginsplaats van een bedrijf beinvloeden zoals:

  1. de aanwezigheid van kennis en werkkrachten (hoeveelheid, scholingsgraad);
  2. de aanwezigheid van grondstoffen (ter plaatse of gemakkelijk aan te voeren);
  3. de aanwezigheid van energie;
  4. de verkeersmogelijkheden (auto-, water- en spoorwegen);
  5. de afzetmarkt (ligging in de buurt van een grote stad met vele mogelijke kopers).

Lees aandachtig de bovenstaande teksten! De foto's en kaarten in de opgave hebben betrekking op de onderstreepte woorden. Al de getoonde gebouwen staan op bovenstaande kaart! De vraag verschijnt als je de muispijl op de foto plaatst.
Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
ALLES VERWERKT? KLIK DAN PAS OP DE TOETS CONTROLEER.

MEN KAN DE OEFENING OOK OPNIEUW MAKEN, DOOR MET DE RECHTERMUISTOETS OP HET SCHERM TE KLIKKEN EN DAN, ALS HET WOORD BESTAAT, IN HET GEOPENDE VENSTER TE KLIKKEN OP "VERNIEUWEN"
*
Een koelkast is een
*
Een drukpers is een
*
De staalindustrie is een
*
Katoendraad maakt men in de
*
Polyester maakt men in de
*
Koperdraad maakt men in de
*
Glas maakt men in de
*
Staaldraad maakt men in de
*
In de verwerkende industrie maakt men
*
Een lokaal bedrijf verkoopt producten in de
*
Regioale bedrijven hebben een
*
Nationale bedrijven leveren over het
*
Internationale bedrijven noemt men ook
*
Een zuiver industrieterrein heeft vooral
*
Een bedrijventerrein heeft ook
*
Een recent bedrijventerrein is
*
Een bedrijventerrein kent geordende
*
Op een bedrijventerrein overheerst de
*
Bedrijven op hetzelfde terrein die aan elkaar leveren vormen
*
De aanleg van nieuwe bedrijventerreinen dient in
België zorgvuldig te worden overwogen door
*
Hoogtechnologische bedrijven hebben veel
*
Waterleiding, gas, elektriciteit, telefoon, fax zijn
*
Fabrieken die frisdranken produceren liggen
dicht bij de verbruiker,
*
Een goed verkeersnet is noodzakelijk voor aanvoer van
*
Rond grote steden liggen veel fabrieken omdat er
talrijke arbeidskrachten