Tel deze gelijksoortige termen op.
© WVOO
Invuloefening.
Maak je berekeningen op een (klad)blad. Vul de lege vakken in en druk dan op "controleer".
Herleid de onderstaande lettervormen. Een "\( \cdot \)" hoef je niet te zetten.
\( 2x+5x = \)
\( 12a-5a = \)
\( -5x+x+7x= \)
\(5,2d-6d-d=\)
\(\dfrac{1}{5}n-\dfrac{7}{10}n+\dfrac{1}{2}n =\)
\(3x^2y + 2x^2y= \)
\( -10x + 7x= \)
\(-x^3y^2+5x^3y^2=\)
\(3z-9z+2z=\)
\(\dfrac{3}{4}a+\dfrac{1}{2}a+\dfrac{6}{8}a=\)
Controleer
OK