Werkwoord of persoonsvorm (alle modellen 1)

Vul de gaten in
voorbeeld: (Knippen) Het kind .....
Het kind knipt

Vul alle gaten in.
Klik dan op Controleer (om je antwoord te controleren).
Klik op "[?]" en je krijgt een tip.
Klik op Hint en je krijgt de volgende letter.
Als je hints en tips gebruikt, verlies je punten.

1. (roepen) De man heel luid.
2. (wandelen). Wij in het bos.
3. (geven). Aan wie je dit cadeau?
4. (gooien) De vrouw de bal naar haar dochter.
5. (stappen) Ik op het zebrapad.
6. (douchen) Hij iedere dag.
7. (slapen). Jij te veel in de les!
8. (geeuwen). Hij met open mond.
9. (vallen). Zijn jas van de kapstok.
10. (verkiezen) Jij de metro.