Werkwoord of persoonsvorm (model: spreken)

Vul de gaten in
voorbeeld: (Storen) Ik .....
Ik stoor.

Vul alle gaten in.
Klik dan op Controleer (om je antwoord te controleren).
Klik op Hint en je krijgt de volgende letter.
Als je hints gebruikt, verlies je punten.

1. (lopen) Hij naar huis.
2. (strelen) Het kind het paard.
3. (gapen) De leerling is moe en .
4. (vuren) De jager met zijn geweer.
5. (slapen) jij veel?
6. (bevelen) De directeur de leerlingen.
7. (huren). De vrouw een huisje.
8. (spelen) De kinderen op de speelplaats.
9. (verkopen) De man zijn auto.
10. (horen) Ik de bel.