Getallen tot 1 000 000.

Invuloefening.

Klik eerst op "Let op!". Lees aandachtig "Let op!". Vul vervolgens alle antwoorden in. Als je een tip (hint) vraagt, verschijnt het eerste cijfer (het volgende cijfer) van het antwoord. Druk dan op "Controleer". Als "Juist! Goed gedaan!" verschijnt, ben je klaar.

Natuurlijke getallen.jpg


1. Noteer de hoeveelheden in één getal.
6HD - 4TD - 0D - 9H - 3T - 1E

2. Schrijf in cijfers.
achthonderdzeventigduizend driehonderd vijftien

3. Noteer het voorgestelde getal in cijfers.
HD HD HD TD TD TD D D T T E E
HD HD HD TD TD TD D D T T E

4. Rangschik van klein naar groot.
310 000 - 31 000 - 420 000 - 43 000 - 110 000 < < < <

5. Rangschik van groot naar klein.
890 000 - 89 000 - 800 000 - 900 000 - 980 000 > > > >

6. Noteer het getal dat één eenheid kleiner is dan 300 000.

7. Noteer het getal dat één honderdal groter is dan 256 640.

8. Rond 685 230 af naar het dichtsbijzijnde duizendtal.

9. Rond 751 286 af naar het dichtsbijzijnde tienduizendtal.

10. Noteer het grootste natuurlijk getal dat bestaat uit 6 verschillende cijfers.

11. Welk getal moeten we invullen?
100 000 - 200 000 - 300 000 - - 500 000 - 600 000 - 700 000

12. In welk getal staan 4 HD?
453 000 - 754 157 - 740 860 - 40 000

13. Vermeerder 706 752 met 4 tienduizendtallen.

14. Verminder 300 000 met 3 D.

15. Welk getal moeten we invullen op de plaats waar de puntjes staan?
Naamloos.jpg