Inhoud: liter - halve liter - deciliter
Waar of niet waar?
In een grote emmer kan ongeveer 10 l.
- waar
- niet waar
Een volle badkuip bevat een halve liter water.
- waar
- niet waar
Een volle benzinetank van een auto kan ongeveer 60 dl bevatten.
- waar
- niet waar
Met 1 liter fruitsap kan ik ongeveer 5 glazen vullen.
- waar
- niet waar
Een flesje frisdrank bevat minder dan 2 dl.
- waar
- niet waar
Als er 2 dl in een kopje gaan, dan kan ik met een literfles ten hoogste zo'n 4 kopjes vullen.
- waar
- niet waar
Met 1 liter soep kan ik 7 diepe borden vullen.
- waar
- niet waar
De inhoud van een grote emmer kan ik verdelen in 2 kleine emmertjes. In één klein emmertje kan dus 5 liter.
- waar
- niet waar
Met een eetlepel kan je in één keer 1 dl soep eten.
- waar
- niet waar
Een grote fles cola heeft een inhoud van een halve liter.
- waar
- niet waar