Woordpakket 25

Kies het correcte antwoord.

Antwoord met een woord uit het woordpakket.
Kies uit:
blijven, spiegel, paarden, appels, geven zure, kunnen, haren, duinen, geiten speelden, trekken, regen, soorten, poppen, open, snoepen, zomer, zitten, geuren.