Woordpakket 25
Kies het correcte antwoord.
Antwoord met een woord uit het woordpakket.
Kies uit:
blijven, spiegel, paarden, appels, geven zure, kunnen, haren, duinen, geiten speelden, trekken, regen, soorten, poppen, open, snoepen, zomer, zitten, geuren.
Hiermee maak je appelmoes.
Hoe noemen we de grote zandheuvels nabij het strand?
Het seizoen dat start op 21juni.
Er valt water uit de lucht. We noemen dit....
Als je hierin kijkt, kan je jezelf zien.
In de klas moet je op je stoel blijven .....
Eet jij graag zoete appels?
Nee, geef mij maar een .....
Op je hoofd staan er heel veel.
De winkel is niet gesloten maar ...
Een pakje moet je niet voor jezelf houden, maar aan iemand ...