Vul de juiste werkwoordsvorm in: voltooid deelwoord.

WW3 na pakket 9
© Jan Aerts 2008

Klik hier voor meer uitleg
krant.gif



Je hebt mensen met rare gewoonten. Zo is Kees altijd al bij de familie Luxmann op bezoek (zijn) net voor etenstijd, omdat hij hoopt dat hij dan mag blijven eten. Dat is hem al meermaals (lukken) Vader Luxmann krijgt hier langzamerhand genoeg van. Als Kees er weer is maar moeder Luxmann na half één nog steeds geen aanstalten heeft (maken) om aan het middagmaal te beginnen, zegt Kees tegen Sony de jongste zoon :"Zeg eens jongen, kun jij me straks naar de tram brengen?" Snel nog voor vader Luxmann kan reageren, heeft snelle Sony al (antwoorden): " Nee, meneer, dat kan niet."
Kees staat perplex. Dat heeft hij nog nooit (meemaken)
"Hoezo ? Waarom niet ?"
"Omdat we meteen gaan eten, zodra u (vertrekken) bent."

Twee broertjes, Robbie en Bobbie, hadden, sinds ze van school waren (komen), nog niks anders (doen) dan klagen dat de onderwijzer hen aan de haren had (trekken).
Vader was kwaad (worden) en had het tweetal (meenemen) naar de kapper, waar hij de jongens bijna kaal had laten knippen.
"Zo," zei hij, " dan kan die onderwijzer jullie niet meer pesten!"
De volgende dag zegt Robbie tegen Bobbie:"Vandaag heeft de meester aan mijn oren (sleuren). Maar zeg ditmaal maar niets tegen vader anders heb ik straks geen oren meer."



Ik heb opa in het ziekenhuis (bezoeken).
De som is niet (lukken) .
Henk en Bert hebben lekker in het gras (liggen)
Ik heb de bus (missen) .
Mijn oma werd (beroven) van haar tasje.
Ik heb vorige week (schrijven).
Cobie heeft steeds (proberen) de deur te openen.
Ik ben vorig jaar naar Brussel (verhuizen).
Het elftal heeft de wedstrijd niet (winnen) .
Wim heeft een lekkere pot thee (zetten).
Alle kinderen hebben een boom (planten).
Ik kon dat verhaal maar niet (geloven).
De kinderen hebben gisteren een zwerfhond . (volgen)
Wij moeten onze tanden nog (poetsen)
Ik heb al tien jaar in Antwerpen (wonen).
Ik heb die brief gisteren (beantwoorden).
Wij hebben een liedje (zingen).
Gisterenavond heb ik de telefoon niet (horen).
We hebben gisteren 20 km (fietsen)
De tandarts heeft twee kiezen (boren)